Zorg voor een ander heden
Na het postmoderne einde van de Grote Verhalen lijkt het er ironisch genoeg op dat onze weerstand tegen het verhaal van de Vrije Markt en zijn ‘flexibele’ mensbeeld alleen maar is afgenomen. In De wilde tuin van de verbeelding bepleit Kris Pint een heractivering van kunst en literatuur als zorg voor het zelf en bron van verzet ineen.
Tekst & video: Mark Leegsma
Zo’n veertig jaar geleden kondigde Jean-François Lyotard het ‘einde der Grote Verhalen’ af. Lyotard wilde korte metten maken met het idee dat de geschiedenis een noodzakelijk verloop kent in de richting van een universeel Doel of Heil met een uitverkoren Subject als wegbereider. In naam van de historische noodzaak werden volkeren die ‘minder ver’ waren gekoloniseerd en vijanden van de Vooruitgang uit de weg geruimd, terwijl die noodzaak zelf met geen mogelijkheid vast te stellen is. Heilsgeschiedenissen, of ze nu van religieuze of politieke aard zijn, zijn daarom slechts verhalen, die nooit ofte nimmer gruwelen die in hun naam zijn en worden aangericht kunnen rechtvaardigen.
Toen Lyotard deze kritiek lanceerde, had hij niet alleen de fascistische doctrines van nazisme en marxisme in het vizier. Net als zijn tijdgenoot Michel Foucault schaarde hij ook het kapitalisme onder de Grote Verhalen. Maar anders dan zijn fascistische tegenhangers overleefde dit verhaal zijn deconstructie met verve: de ‘marketingoriëntatie’ van de persoonlijkheid, waar Erich Fromm al in 1947 een profetische beschrijving van gaf, is anno 2017 vanzelfsprekender dan ooit. Juist om die reden dienen we onszelf eraan te herinneren dat enthousiasme, flexibiliteit en zelfontplooiing wel eisen van de Markt kunnen zijn, maar dat deze ‘eisen’ op niets berusten dan een verhaal.
Alternatieven voor de monocultuur
Met dat uitgangspunt schrijft Kris Pint, literatuurwetenschapper verbonden aan de universiteit Hasselt, een kleine maar doorwrochte lofzang op de verbeelding. De ironie is namelijk dat, juist nu de cirkel waarin alle economie nuttig is en elk nut economisch perfect lijkt te sluiten, de verbeelding ons, door de alternatieve verhalen die ze kan aanreiken, een nut van eigen oorsprong toont. Dat we alternatieven voor de ‘neoliberale monocultuur’ hard nodig hebben onderbouwt Pint door ons te wijzen op moderne volksziektes als stress, burn-out en depressie, die maar al te vaak met werk blijken samen te hangen.
Rembrandt en Dostojevski behoren niet tot het verleden, maar activeren een ander heden
Om ons te weren tegen het Grote Verhaal van de Markt kunnen we ons laven aan de enorme traditie van kunst en literatuur, die zoveel aanknopingspunten voor andere dan economische mens- en wereldbeelden rijk is. Rembrandt en Dostojevski, om maar lukraak een greep te doen in de schatkist, behoren niet tot het verleden, maar activeren een ander heden. Want als de geschiedenis geen noodzakelijk verloop kent, is er ook niet één exclusief ‘nu’. Dat heeft Pint uitstekend gezien.
Wilde flora
Het heden veranderen is voor Pint geen revolutionaire taak voor één of ander collectief Subject; was dat wel zo, dan zou hij rechtstreeks in de valkuil van de Grote Verhalen lopen. Nee, een ander heden begint bij ieders individuele verbeelding en vraagt daarom om wat Pint een hortus conclusus, een besloten tuin, noemt. Aan de ene kant zijn wij allen tuinen waarin de eigenaardigste, ‘wilde’ flora voorkomen, mits we die althans laten groeien. Om dat laatste kans van slagen te geven spoort Pint zijn lezer aan de andere kant aan zijn of haar tuin te omheinen. In feite gaat het om twee zijden van dezelfde munt. Want de psychische wilde tuin tot bloei laten komen begint met getroffen worden door de blik in Rembrandts ogen op een van zijn zelfportretten of een uitspraak van Dostojevski’s Idioot; dat treffen alleen al slaat een bres tussen het Grote Verhaal en het eigene in wording.
De wilde tuin van de verbeelding laat zich daarmee lezen als een pleidooi voor de ‘zorg voor het zelf’ die Foucault tegen het einde van zijn leven voor ogen stond. Tegelijk geeft Pint een eigen uitwerking aan de souci de soi die, zijn betoog trouw, een gezonde afstand bewaart tot het werk van de Franse Meester. Inspiratie zonder imitatie en richting zonder dwang: dat is een goede omheining voor een verwilderde tuin waarin ‘over het tuinpad de godin van het geluk je tegemoet zweeft’ (Kafka).
Kris Pint, De wilde tuin van de verbeelding. Boom, 2017
Bekijk hier een interview met Kris Pint: