Waardevolle werkelijkheid

0 Flares 0 Flares ×

Het heeft even geduurd, maar ruim honderd jaar na haar geboorte en vijftig jaar na de publicatie van haar meest gelezen filosofische werk The Sovereignty of Good verscheen eindelijk een inleidend essay over Iris Murdoch (1919-1999) in de Nederlandse taal. Katrien Schaubroeck schreef een knappe ode aan Murdochs filosofie van de liefde.

Tekst: Florian Jacobs

De innerlijke wereld van schoonmoeder M.
Het is een goede filosofische gewoonte om theorieën te wantrouwen waarvan de gevolgtrekkingen contra-intuïtief zijn. Filosofische theorieën hebben de neiging om alle hoogten en diepten in te vliegen, maar vooral als ze ethische pretenties hebben is er iets als een intuïtieve grens. Voorbij die grens passeren zij het redelijke en worden ze gevaarlijk. Die intuïties expliciteren en toetsen is bij uitstek een filosofische activiteit. Murdochs filosofie van de liefde, zoals Schaubroeck Murdochs morele filosofie noemt, begint bij kanttekeningen bij twee voorname filosofische theorieën, het behaviorisme en het existentialisme, die ze erop attendeert dat hun hersenspinsels het menselijk wenselijke voorbijschieten. Hiervoor gebruikt Murdoch een beroemd gedachte-experiment, dat van schoonmoeder M. en schoondochter D.

Schoonmoeder M. voelt aversie jegens schoondochter D. Ze vindt haar ‘onvoldoende verfijnd, vulgair, onbeleefd en een beetje kinderachtig’, en heeft het gevoel alsof haar zoon onder zijn stand is getrouwd. Hiervan laat ze echter nooit iets blijken: Murdoch benadrukt dat alle kwalificaties van M. voorbehouden blijven aan M’s innerlijke wereld. Die innerlijke wereld staat echter niet stil. Mettertijd veranderen M’s gedachten over D. Wat ze weinig verfijnd vond, beschouwt ze nu als spontaan en het vulgaire aspect is een teken van vrolijkheid geworden. Aan het gedrag van M. verandert evenwel niets: als D. ter sprake komt of in de buurt is, is ze net zo vriendelijk als ze altijd was.

De wereld van het behaviorisme en het existentialisme
Hoewel niemand ooit iets in de gaten heeft gehad, zijn we geneigd te zeggen dat schoonmoeder M. een betekenisvolle verandering heeft doorgemaakt. Volgens de theorieën van het behaviorisme en het existentialisme is dat evenwel niet het geval. Behavioristen stellen dat we de betekenis van een handeling uitsluitend kunnen afleiden aan wat we kunnen observeren. Het gedrag van M. is geen spat veranderd, en daarmee is het voor de behaviorist duidelijk dat hier geen sprake is van een morele verandering. Wat zich in ons afspeelt, is onzichtbaar. Maar, zo zegt Murdoch, dat iets onzichtbaar is betekent niet dat het ons niet beweegt. Behavioristen minachten de ervaring van de verandering, en overschatten het belang van de zichtbare actie.

Een andere problematische theorie is die van het existentialisme. Jean-Paul Sartre, van wiens werk Murdoch heel goed op de hoogte was, stelde dat de mens zijn waarden al kiezende creëert. Wat je in alle vrijheid zelf kiest, is dan kennelijk de moreel juiste optie. Vanuit een existentialistische optiek koos M. er eerst voor D. te misprijzen, en koos ze er vervolgens voor D. te accepteren. Maar, zo vat Schaubroeck Murdochs kritiek op het sartriaanse existentialisme samen: ‘De schoonmoeder leert beter kijken. Niet beter kiezen. […] Niet de vrijheid waarmee [zij] kiest moet het voorwerp van beoordeling zijn, maar de visie die uit [haar] keuze spreekt. Oprechtheid bevrijdt helemaal niet. Wat bevrijdend werkt, is een juist inzicht.’

Waardevolle vrijheid
Zodra we het juiste aanroeren, zijn we aangekomen bij de kern van Murdochs morele filosofie: ‘de ervaring van genoodzaakt zijn om dit of dat te doen.’ Dit is niet de ervaring van een onbegrensd vrije mens die een ongehinderde keuze maakt, maar de ervaring van iemand die weet wat goed is om te doen en bovendien daarnaar handelt. Vandaar dat de titel van Murdochs voornaamste filosofische werk The Sovereignty of Good heet: zij houdt een pleidooi voor wijsheid als kern van een goed bestaan. Dat dit een eigenzinnige stellingname is, zagen we al in de vergelijking met modieuze theorieën uit de jaren zestig en zeventig. Tegenwoordig kunnen we ook denken aan postmoderne relativisten, voor wie hét goede net zo waardevol is als wat jou of mij goed voorkomt. Of aan al te eenzijdige aanhangers van een wetenschappelijk wereldbeeld dat zich in onvermurwbare cijfers hult en daarmee het moreel juiste vervangt door een utilistisch goed. Murdochs waardering van het moreel juiste (her)introduceert een waardevolle blik. Met Murdoch krijgt een groeiende innerlijke wereld waarde en glans, en is datgene wat voor het individu goed, waar en schoon is een niet te verwaarlozen aspect van diens wereldbeeld.

Zodra Schaubroeck Murdochs morele filosofie heeft gepresenteerd, begint ze die op te tuigen met hedendaagse inzichten en persoonlijke anekdotes. Van de psychologie plukt ze het bewijs dat ‘mensen inderdaad kunnen groeien in hun begrip van wat liefde, schoonheid of zelfs wetenschap is’. Dankzij een bidprentje begint haar te dagen wat een goed mens is: iemand die zich heeft geoefend in ontzelving. ‘De logica is eenvoudig: hoe minder je aan jezelf denkt, hoe meer je de werkelijkheid ziet zoals ze is.’ Wie weet hoe zijn of haar innerlijke wereld in elkaar steekt, en zich daarenboven weet te concentreren voorbij het eigen ego, heeft het goede leven te pakken. En wat is datgene wat zowel verinnerlijking als ontzelving bevordert? Dat is de liefde. Het ware, het goede en het schone komen samen in de ervaring van wie liefheeft. Als we de wereld kunnen zien met een liefhebbende blik, begrijpen we dat onze innerlijke wereld ertoe doet, én dat er meer is dan onszelf om te koesteren. ‘Het is het standpunt waar je genereus en welwillend de feiten observeert, waar je je eigen verlangen, je zelfmedelijden, je genotzucht uitschakelt.’

Bij dergelijke liefdevolle theorieën valt een kritische noot te kraken – een en ander veronderstelt bijvoorbeeld een genotzuchtig leven vol eigen verlangens en daarmee een bevoorrecht bestaan – maar in tegenstelling tot zoetsappige levenskunsttheorie weet Schaubroeck wel te overtuigen. Dat komt doordat zij de eventuele lege huls van ‘ontzelving’ weet te vullen met vertellingen die de lezer raken, zoals wanneer zij uitweidt over de waarde van vrijwilligerswerk. Zich belangeloos inzetten voor een onbekende ander blijkt Schaubroecks leven te verrijken, en dat precies om de redenen die Murdoch aandraagt in haar liefdestheorie. Zo ondervindt de lezer dat goedbedoelende theorie ook nog eens werkt.

Een opdracht voor iedereen
Schaubroeck sluit haar essay af met de gedachte dat ‘de wereld met liefdevolle aandacht bejegenen een opdracht is voor iedereen’. Respect is niet genoeg om de wereld samen mee te bouwen. Daarmee geeft ze een eigen normatieve draai aan de filosofie van de liefde van Murdoch, die ze in een luttele tachtig pagina’s overtuigend heeft voorgesteld.

Gedurende haar hele essay weet Schaubroeck een juiste mengeling te treffen van filosofische diepgang, persoonlijke ervaringen en alledaagse metaforen die het gedachtegoed van Murdoch verduidelijken. Middels deze fijne stijl komt morele filosofie tot leven, en beseffen we andermaal dat de taal waarin we onze gedachten vatten essentieel is. Aan het eind van Iris Murdoch. Een filosofie van de liefde wil deze lezer hooguit de kritiek uiten dat het boek nog wel driemaal zo dik had mogen zijn. Gelukkig kunnen we Iris Murdoch. Een filosofie van de liefde meermaals herlezen zonder dat het aan kracht inboet.

Iris Murdoch. Een filosofie van de liefde

Katrien Schaubroeck

Uitgeverij: Letterwerk
Jaar: 2020

Honderd jaar geleden werd de Britse filosofe Iris Murdoch geboren (1919–1999). Ze is vooral bekend als romanschrijfster. Met haar boek De zee, de zee won ze de prestigieuze Booker Prize in 1978. In Nederland en België is haar filosofisch werk weinig bekend. Met dit boek wil Katrien Schaubroeck daar verandering in brengen. Het innerlijke leven van de mens lag Murdoch nauw aan het hart.


0 Flares Twitter 0 Facebook 0 Google+ 0 LinkedIn 0 0 Flares ×

Reageer