Vrouwelijke denkers?
‘To become a woman was to become an object to be seen, not a subject to be heard’ – Simone de Beauvoir
Filosofie is van oudsher het terrein van wijze oude mannen met baarden die tot diep in de nacht hun hoofd buigen over complexe en edele kwesties. Of denk aan het beroemde beeld van Rodin, zijn gespierde jonge denker, peinzend vereeuwigd in brons. Zo zijn er talloze voorbeelden te noemen. Je hoeft maar een gemiddelde klassieker over de geschiedenis van de wijsbegeerte open te slaan en het is duidelijk: filosofie is door de eeuwen heen door mannen beoefend en door mannen opgetekend. Of toch niet? Met The Philosopher Queens bieden Rebecca Buxton en Lisa Whiting een verfrissend en belangrijk tegenwicht aan dit hardnekkige beeld.
Tekst: Sophia van Tol
Door de eeuwen heen zijn vrouwen ondergerepresenteerd gebleven in de filosofie. Niet alleen omdat sociale structuren vrouwen uitsloten van belangrijke ontwikkelingsmogelijkheden zoals onderwijs en arbeid maar ook omdat de filosofische canon geen recht heeft gedaan aan de vrouwelijke denkers die er wél waren. Vrouwelijke denkers werden minder serieus genomen en moesten daardoor bijvoorbeeld anoniem of onder een mannelijk pseudoniem publiceren om gelezen te worden. Daarnaast werden én worden zij ook niet of nauwelijks genoemd in grote overzichtswerken over de geschiedenis van de filosofie.
Inmiddels is er veel veranderd op het gebied van de rechten, sociale rolpatronen en verwachtingen van vrouwen en zijn er op dit moment zelfs meer vrouwelijke filosofiestudenten dan mannelijke, schrijven Buxton en Whiting. Maar nog altijd is er weinig aandacht voor vrouwelijke filosofen in het universitaire curriculum (en daarbuiten) en worden hun bijdragen naar de marges verschoven.
Een ander geluid
Met The Philosopher Queens bieden Buxton en Whiting een nieuw perspectief op deze eenzijdige geschiedenis. Zij willen licht werpen op de grote vrouwelijke denkers die er door de eeuwen heen wel degelijk zijn geweest maar om allerlei redenen in de vergetelheid zijn geraakt of simpelweg zijn genegeerd. Het idee voor dit boek ontstond toen ook zij tijdens hun studie filosofie opmerkten dat er weinig vrouwen het toneel betraden, zowel in de boeken als voor de klas. Daarom introduceren zij in dit boek het leven en werk van een twintigtal spraakmakende en eigenzinnige vrouwen die met hun denkbeelden een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de urgente vragen en kwesties van hun tijd. Zoals de auteurs laten zien, zijn vele daarvan vandaag de dag nog steeds relevant.
De hoofdstukken in het boek zijn geschreven door verschillende vrouwelijke auteurs die allemaal zelf werkzaam zijn in de filosofie: een boek over vrouwen, door vrouwen. De korte portretten van de filosofen volgen elkaar in chronologische volgorde op. Zo maken we als eerste kennis met Diotima (ca. 400 v.Chr.), de intelligente sparringpartner van Socrates in een van Plato’s dialogen, en eindigt het boek met een beschrijving van de Libanees-Amerikaanse hoogleraar Azizah Y. al-Hibri (1943) die tot op heden belangrijk onderzoek verricht op het gebied van vrouwen en de Islam. De chronologie zorgt voor een rode draad in de verschillende levens en denkbeelden die elkaar opvolgen en helpt om een goed beeld te krijgen van de sociale kwesties waarmee vrouwen worstelden en worstelen. Daarnaast wordt elke denker op een vergelijkbare manier geïntroduceerd waardoor het boek eenheid krijgt. De frisse, kleurrijke illustraties van de filosofen dragen daar nog eens aan bij en zorgen voor levendigheid. In elk hoofdstuk komen zowel het leven, de sociale context alsook het werk van de filosoof kort aan bod en reflecteert de auteur op de invloed van de besproken filosofische denkbeelden.
Aangenaam verrast
Het boek bevat een aantal bekende en meer onbekende filosofen met verschillende culturele achtergronden. Zo kom je de namen tegen van Simone de Beauvoir en Hannah Arendt, en van Lalla, Hypatia en George Eliot. Zelf was ik bijvoorbeeld minder bekend met het werk van Mary Midgley (1919-2018) en Mary Warnock (1924-2019), waardoor ik aangenaam verrast werd. Als moreel filosoof was Midgley vooral bekend om haar dierethiek en haar kritiek op het paradigma van de analytische filosofie. Ze hield zich bezig met vragen over het menselijke leven, onze natuur en onze plek in de wereld. Volgens haar is filosofie ‘geen luxe maar een noodzaak, het is iets onvermijdelijks net als opgroeien of verliefd worden.’ In haar holistische benadering benadrukt zij het belang van onze onderlinge verbondenheid met elkaar en de natuur. Deze nadruk op onderlinge relaties en afhankelijkheid zien we vandaag de dag terug in filosofische discussies binnen het feminisme, milieu-ethiek en de dierethiek. Haar boek Beast and Man (1978) staat sinds deze eerste kennismaking dan ook bovenaan mijn leeslijst.
Warnock, die in dezelfde periode schreef, is vooral bekend om haar werk in de bio-ethiek en haar inspanningen om deze discipline op het snijvlak van politiek, publiek en de biomedische wetenschap te bevorderen. In haar werk onderschrijft zij het belang om waarden net zo’n grote rol te laten spelen als feiten als het gaat om biomedische ontwikkelingen. Ook zij benadrukt het belang van onze onderlinge verbondenheid en richt de aandacht op het individu in relatie tot zijn sociale gemeenschap in plaats van op het individu als losstaande entiteit. Onderwijs en ethiek spelen hierin volgens haar een grote rol. Het gaat erom niet het eigenbelang maar het gemeenschappelijk belang te dienen, een boodschap die nu misschien wel relevanter is dan ooit.
Kritische noot
Het is verfrissend om eens zo veel belangrijke vrouwelijke denkers bij elkaar te zien en de aandacht te richten op hun bijdragen aan de wereld en de filosofie. Omdat het boek bedoeld is als een eerste kennismaking met deze filosofen, miste ik soms wel wat diepgang. Er is veel aandacht voor de levens en sociale omstandigheden van de vrouwen en de gebruikte filosofische termen worden goed uitgelegd, maar daarmee blijft soms weinig ruimte over om inhoudelijk in te gaan op de belangrijkste werken van deze denkers. Gelukkig is er voor de lezer met honger naar diepgravende kennis over deze interessante denkers een leeslijst bijgesloten. Zo kun je zelf op onderzoek uit te gaan – iets wat de auteurs (en ik) zeker ook aanraden. Het boek is een leuke, mooi vormgegeven introductie tot de ondergewaardeerde vrouwen uit de geschiedenis van de filosofie en een aanrader voor iedereen die kennis wil maken met een aantal eigenzinnige, intelligente maar ondergewaardeerde denkers uit onze geschiedenis.