Verantwoord consumeren
In Kun je een betere wereld kopen? stelt Wouter Mensink de vraag of de consument de verantwoordelijkheid draagt om eerlijke producten te kopen. Met filosofen als Michel Foucault, Adam Smith en Peter Sloterdijk probeert hij de wereld van de fairtrade in kaart te brengen. Mensink biedt een kritische blik en verschuift de verantwoordelijkheid van het individu naar het collectief.
Tekst & video: Anne Schaap
Hoewel ik natuurlijk tegen uitbuiting en oneerlijke handel ben, moet ik bekennen dat niet al mijn aankopen verantwoord zijn. Ja, onze koffie thuis is fairtrade en ik eet alleen chocolade van Tony Chocolonely. Maar het is ondoenlijk om continu de verantwoorde keuze te maken. Wouter Mensink laat mij door zijn boek nadenken over de vraag of ik met mijn koopgedrag oneerlijke handel in stand houd. Mijn betrokkenheid is helder: door mijn aankoop creëer ik de vraag die het huidige aanbod in stand houdt. Dit liberale uitgangspunt legt de verantwoordelijkheid geheel bij mij als consument. Het is echter de vraag of ik in die mate verantwoordelijk ben.
Naast de liberale visie is volgens Mensink ook het politiek consumentisme kenmerkend voor onze tijd. Politiek consumentisme stelt dat een bezoek aan de supermarkt hetzelfde is als het binnenstappen van een stemhokje. Mijn aankoop is een stem voor of tegen een eerlijke wereld. Kies ik dus de Tony Chocolonely reep die slaafvrij probeert te zijn of toch de chocolade van het huismerk? Als ik niet dagelijks de juiste keuzes maak, blijft een wereld vol misstanden bestaan.
Verantwoordelijkheid
De last op mijn schouders is hierbij enorm en volgens Mensink té groot. Het politiek consumentisme gaat te veel uit van een autonoom handelend individu en legt ten onrechte de volledige verantwoordelijkheid bij de consument. Het blijkt onmogelijk om precies te weten wat de juiste keuze is. Hoe weet ik bijvoorbeeld welk paar schoenen wel verantwoord is geproduceerd en welke schoenen niet?
Zelfs de ontwikkelde keurmerken kunnen een onbetrouwbaar beeld geven. Ook onverantwoorde producten dragen soms een keurmerk doordat ze op één onderdeel wel verantwoord zijn. Ook kan iets dat fairtrade is verre van ecologisch zijn en zo nog altijd niet de meest verantwoorde keuze zijn. Door de vaak hogere prijzen lijkt de verantwoorde keuze alleen weggelegd voor hen die het zich kunnen veroorloven.
De gebrekkige transparantie van de productieketen is volgens Mensink het grootste probleem. Vaak valt niet te achterhalen welke route een product aflegt voordat het bij ons in de schappen belandt. Het eventuele lijden van een betrokkene aan de andere kant van de wereld is hierdoor onzichtbaar. Dit maakt het ‘mede-lijden’ waar Adam Smith over schreef onmogelijk, waardoor verbondenheid ontbreekt. Verpakkingen laten tegenwoordig soms een foto van bijvoorbeeld een koffieboer zien om het product meer te personifiëren. Hiermee hopen producenten die verbondenheid weer te creëren. Helaas gaat het hierbij vaak meer om een marketinginstrument, dan om een poging om werkelijk te zorgen voor meer (ver)binding.
Ontoerekingsvatbaar
Volgens Mensink mis ik als consument de informatie en de tijd om volledig verantwoordelijk te zijn. Ik maak weliswaar een keuze, maar ik overzie de gevolgen ervan niet. Het kan daardoor geen weloverwogen keuze zijn. Door dit gebrek ben ik als consument ontoerekeningsvatbaar. Een producent die een foto van een gelukkig ogende boer op de verpakking plaatst, zonder werkelijk eerlijke handel met die boer te bedrijven, maakt gretig gebruik van mijn ontoerekeningsvatbaarheid.
De liberale kijk op de markt schiet volgens Mensink te kort. Volgens het liberalisme komt het uiteindelijk met het geheel goed wanneer iedereen goed voor zichzelf zorgt. Er zijn echter altijd mensen of dingen die extra aandacht en zorg behoeven. Deze zorg-ethische benadering gebruikt Mensink voor zijn pleidooi voor een collectieve mondiale zelfzorg. We moeten verder kijken dan de verantwoordelijkheid van het individu alleen.
Fairtrade ‘publiek maken’
Mensink pleit voor een collectieve aanpak en wil daarom fairtrade ‘publiek maken’. Net als de filosofen Sloterdijk en Latour gaat hij uit van de kracht van netwerken. Politiek consumentisme is prima, zolang de nadruk op het politieke ligt. Het individu in de supermarkt hoort niet het gevoel te hebben er alleen voor te staan en daardoor een onmenselijk last mee te dragen. Wanneer we de gedeelde belangen zien – een wereld met eerlijke handel en zonder uitbuiting van mensen – moet er wel een verandering in ons handelen komen. Uiteindelijk kunnen we dan ook bedrijven en de politiek dwingen ethischer te handelen. Fairtrade zou een principe moeten zijn dat wij als vanzelfsprekend samen nastreven.
Cultuuromslag
Dit vraagt om een cultuuromslag of paradigma-wisseling, stelt Mensink. Onze denkbeelden moeten zo ingrijpend veranderen dat het na zo’n omslag niet meer voor te stellen is dat we ooit anders dachten. Het is namelijk bizar dat er momenteel nog winkels zijn die het acceptabel vinden om oneerlijk geproduceerde producten te verkopen.
Fairtrade levert ethische vragen op die we collectief moeten beantwoorden
In Nederland bestaan al fairtrade gemeenten waarin inwoners, winkels, bedrijven en lokale overheid samenwerken aan eerlijke handel. Dit is een initiatief dat Mensink gelukkig maakt. Hij lijkt echter te hopen op een nog radicalere aanpak, waarbij niet alleen een gemeente, maar de hele wereld als vanzelfsprekend fairtrade is. Om dit te bereiken zal het netwerk van informatie beter moeten, de keurmerken betrouwbaarder en hebben we afspraken nodig die bepalen welke (ethische) normen gelden. Volgens Mensink hebben we een collectief bewustwordingsproces nodig om te ontdekken waar onze grenzen liggen.
De noodzakelijke verandering ligt dus niet alleen bij mij wanneer ik in mijn eentje vertwijfeld voor het winkelschap sta. Samen dienen we in actie te komen voor eerlijke internationale handel. We kunnen volgens Mensink niet een betere wereld kopen, maar de manier waarop we kopen in de wereld wel verbeteren. Bij mij blijft echter wel de vraag hangen of verantwoord consumeren in het Westen niet vooral samenhangt met minder consumeren.
Wouter Mensink, Kun je een betere wereld kopen? De consument en het fairtrade-complex. Boom, 2015