REIN GERRITSEN – EX-GEDETINEERDE VAN DE HOOP
Special Foucault in praktijk
iFilosofie #8
Tekst: Paul Troost
Voorafgaand aan de filmopnames voor i-Filosofie met Rein Gerritsen volgde ik een gesprek van Rein met gedetineerden in de penitentiaire Instelling in Arnhem-Zuid. Een gezelschap van achttien mannen luisterde aandachtig naar wat hij zo’n dertig jaar geleden met zijn criminele ‘familie’ in en rond Leeuwarden had meegemaakt.
Na zijn aanhouding diende de openbare aanklager meer dan honderd aanklachten tegen hem in, waarvan er uiteindelijk slechts vier, waaronder een bankoverval en verboden wapenbezit, overbleven, genoeg om hem tot zesenhalf jaar onvoorwaardelijk te veroordelen. Hij kreeg gratie en zat er maar tweeënhalf uit.
Rein deed zijn relaas zonder enige schroom, gewend als hij is bij allerlei instanties en in gevangenissen zijn verhaal te doen om te proberen de zwakke punten van ons rechts- en gevangenissysteem te veranderen. En die zijn er heel wat, moeten we hem geloven. Doodstil was zijn gehoor. Hier zat een van hen, bovendien iemand die het gepresteerd had na zijn vrijlating in de filosofie af te studeren en erin geslaagd is een bestaan als vrijgevestigd wetenschapsfilosoof, vertaler en auteur op te bouwen. Een gedetineerde kan daarvan alleen maar dromen, als die al weet wat academische filosofie inhoudt en niet enige tijd na zijn vrijlating recidiveert, want wat rest iemand die na terugkeer in de maatschappij constateert dat hij, gestigmatiseerd als hij, niet aan de bak komt? Maar een keurig burgerlijk leven na detentie is mogelijk, maar wel met heel veel moeite: Rein is daarvan het levend bewijs, maar helaas is hij een uitzondering.
Erg lang kreeg hij de kans niet om een monoloog te houden, want al gauw pakte zijn publiek de kans om vragen te stellen en vooral hun beklag over de gang van zaken in het gevang te doen. Wie de krant leest, weet dat het regiem sterk versobert en onder het mom van bezuinigingen verhardt. Halverwege het gesprek ging een van de deelnemers om onduidelijke reden weg, niet nadat hij Rein voor zijn aanwezigheid had bedankt. Rein stond op, gaf hem een hand, legde zijn linkerhand op de rechterelleboog van de man waardoor er een warme verbondenheid tussen beiden ontstond, en vroeg hoelang hij nog moest zitten. ‘Anderhalf jaar’, antwoordde de man. ‘Sterkte’, zei Rein met zachte stem. Want als geen ander weet hij wat het is als je jaren afhankelijk van anderen en maar al te vaak ook van willekeur in de bajes moet verblijven. Dat is iets wat je je ergste vijand niet toewenst.
Rechtvaardigheid
Naast enkele filosofische verhandelingen en journalistieke artikelen schreef Rein Gerritsen drie boeken over zijn criminele verleden en zijn turbulente leven daarvoor en daarna. Zijn laatste boek Filosoof in de bajes werd enkele maanden geleden door ISVW uitgegeven. Hierin gaat het niet zozeer over wat hem allemaal overkomen is, maar doet hij een poging een andere visie op ons strafrecht te ontwikkelen. Het is een aanzet, vindt Rein, want het gaat om een complexe materie waarover hij nog geen doorwrochte visie heeft ontwikkeld. Een veelheid van factoren zoals straffen, beeldvorming, bewijsvoering en financiën speelt een rol bij die visie vorming. Vooral het beleid – beter: het gebrek aan een consistent beleid – moet het bij hem ontgelden. Er wordt bijvoorbeeld veel geld geïnvesteerd in de brandbeveiliging van penitentiaire inrichtingen, terwijl er in ons land zelden of nooit in een gevangenis brand voorkomt. Ook schiet de scholing van penitentiaire inrichtingswerkers tekort waardoor een meer humane uitvoering van de straf achterwege blijft. In ons strafrecht gaat het er vooral om iemand veroordeeld te krijgen en om de zwaarte van de straf, terwijl de aard van de straf onderbelicht blijft. Dat heeft volgens Rein met rechtvaardigheid te maken.
Foucault
Van de uitvoering van de straf, van het regiem in de gevangenis en de omgang tussen gevangenispersoneel en gedetineerden heeft een doorsneeburger geen weet. Wie de boeken van Rein leest, krijgt geen fijn gevoel bij de manier waarop gedetineerden behandeld worden. Van de in de media graag geuite opvatting dat de gevangenis een hotel is, blijft weinig over.
De disciplinering waarover de Franse filosoof Michel Foucault in zijn boek Discipline, toezicht en straf, de geboorte van de gevangenis schrijft, kent Rein uit ervaring. In de hele samenleving is volgens Foucault sprake van toenemende disciplinering en een kleine, geïsoleerde en ommuurde gemeenschap als de gevangenis is bij uitstek een plek waar met het beheersen van het gedrag van mensen geëxperimenteerd kan worden. De controle over het doen en laten van individuen komt zelfs in de architectuur van het gebouw tot uiting. Alles in een penitentiaire inrichting ademt een sfeer van efficiënte controle uit. Het is een eigen wereld die naar binnen gericht is en gedetineerden van de samenleving vervreemdt. Dit zegt genoeg van de manier waarop we tegen ons gevangenissysteem aankijken.