Onze wereld is nog steeds een mannenwereld

0 Flares 0 Flares ×

Simone de Beauvoir is terug van nooit weggeweest. Hoewel ze sinds de late jaren 60 alsmaar meer de vergetelheid ingedrukt werd, doen zelfs een aantal van haar critici nu voor haar een duit in het zakje. In Wie is er bang voor Simone de Beauvoir? zet filosoof Ruud Welten een aantal belangrijke thema’s uit het werk en leven van Simone de Beauvoir uiteen.

Tekst: Gert Jan Roskammer

Het mensenprobleem
Welten begint zijn boek met de inmiddels klassieke vraag: waarom zou je De Beauvoir lezen als je een man bent? Ze is toch de vrouwenfilosofe, die het enkel en alleen opneemt voor de vrouw en berucht is om haar mannenhaat? Welten toont al vrij snel waarom De Beauvoir ook voor mannen essentiële leeskost is. De tweede sekse gaat absoluut over de vrouw, maar ook over het waardesysteem dat de vrouw als ondergeschikt voorstelt. Niemand die gelijkwaardigheid belangrijk vindt kan dat opvatten als slechts een vrouwenprobleem en een vrouwenonderwerp.

Nu we die vraag voorbij zijn, kunnen we ons concentreren op De Beauvoir. De rode draad in Wie is er bang voor Simone de Beauvoir? is De Beauvoirs meesterwerk De tweede sekse. In die klassieker onderbouwde ze haar bekendste filosofische opvatting: de maatschappij is mannelijk. Alles waarop de maatschappij gefundeerd is, staat onder toezicht van de mannelijke leider. Ook nu God, de mannelijke opperheerser, dood is, blijft de maatschappij teruggrijpen naar een patriarchaal model en stevent hij constant af op een mannelijk succesverhaal. Binnen dit verhaal is de vrouw ondergeschikt en het object in de ogen van het subject, de man. Welten legt de essentie van De tweede sekse pakkend uit, en spoort ons met zijn samenvatting aan om ook zelf het boek te gaan lezen.

De Beauvoir persoonlijk
Welten kijkt verder dan alleen het werk van De Beauvoir. Zo lezen we onder meer over De Beauvoirs religieuze opvoeding en haar fascinatie met christelijke mystiek. De mystiek zou haar filosofie over sekserelaties enorm beïnvloeden. De Beauvoir zag vrouwelijke onderdrukking als een direct resultaat van het dominante, mannelijke christendom. Ze citeerde het werk van middeleeuwse vrouwelijke mystici die zichzelf in het zicht van God, de mannelijke opperheerser, kastijdden.

Voor een persoon als De Beauvoir was deze traditie allesbehalve verleden tijd: ook zij kastijdde zich, onder invloed van het ‘goede voorbeeld’ van mystici, tijdens haar tienerjaren. Ze zag de traditie als een symbool voor de macht die mannen over vrouwen hebben: door kastijding als iets positiefs te zien leerde de mystica om te houden van haar onderdrukking. Hoewel zelfopoffering nu een stuk minder lijfelijk is, staat het volgens De Beauvoir aan de basis van het vrouw-zijn, ook in de moderne samenleving.

Ook krijgen we inzicht in De Beauvoirs liefdesleven. Deze blijkt niet altijd even overeen te komen met de felle maatschappelijke kritiek die ze verkondigde in De tweede sekse. Zo schreef ze liefkozend aan Nelson Algren, toen ze De tweede sekse nog aan het schrijven was, dat ze niet alleen een eigen kamer zou nemen om hem niet te belemmeren, maar hem ook op zijn wenken wilde bedienen. Onverwachte woorden voor een feministe.

Het antwoord vindt Welten in een van De Beauvoirs grootste levensopvattingen: liefde is schrijven, en schrijven is het oppennen van een menselijke situatie. De brief maakt dus deel uit van een oeuvre – het volledige levenswerk van Simone de Beauvoir – dat we in zijn compleetheid kunnen lezen als portret van een persoon. Het is nu aan de lezer om zich met het materiaal te bemoeien: lezen, analyseren en schrijven over het werk. Gezien De Beauvoir haar brieven schreef met de gedachte dat ze ooit openbaar zouden verschijnen, behoort dit zeker tot de mogelijke antwoorden. Toch vraag ik me af: moet De Beauvoir zich überhaupt verantwoorden voor haar liefdesleven? En is De Beauvoir daarnaast verheven boven de status van de vrouw binnen de maatschappij die ze beschrijft? Met deze vragen had het boek nog aan kracht kunnen winnen.

Hoe nu verder?
Welten geeft in het laatste hoofdstuk een korte kritiek op ons huidige maatschappelijke denken rondom gelijkheid van de seksen. Hij is, aan de hand van De Beauvoir, behoorlijk kritisch over concepten als het vrouwenquotum op de banenmarkt en genderneutrale toiletten. Een vrouwenquotum zegt impliciet dat vrouwen achtergesteld zijn en dat zullen blijven zolang een quotum nodig is. Al die tijd maken ze deel uit van een mannenwereld waarin succes gemeten wordt met een mannelijke liniaal.

Door te pretenderen dat we het probleem met een quotum kunnen oplossen, zouden we er juist voor zorgen dat de mannelijke superioriteit zijn status blijft behouden. Een ontwikkeling als een genderneutraal toilet zou het probleem van de sekseongelijkheid dan juist tenietdoen, omdat we daarmee juist zouden pretenderen dat het probleem is opgelost. En uiteraard zou je een genderneutraal toilet zo kunnen interpreteren, ondanks de praktische oplossingen dat het biedt voor mensen die zich als transgender of non-binair identificeren, of voor luierverschonende vaders.

We hebben echter van doen met een systeem dat we niet kunnen uitwissen en dat we niet zomaar kunnen heruitvinden. We hebben te maken met de ongelijkheid van de seksen, en we zorgen er eigenlijk alleen maar voor dat vrouwen beter worden in het manoeuvreren door een mannenwereld. Hoe nu verder? Daar komt Welten helaas niet mee. Hij laat de gemoederen aardig oplopen, vertelt ons vooral waar we voor moeten waken, maar roept nadien enkel op tot lezen en schrijven. Dat is toch een beetje een domper aan het einde van een goed geschreven, verhelderend boek over een belangrijke filosofe. Of misschien is het precies wat De Beauvoir zelf ook had gedaan.

Wie is er bang voor Simone de Beauvoir? doet wat het belooft op de achterflap. Het geeft een overzicht van De Beauvoirs De tweede sekse en vertelt ons precies waarom ook mannen het zouden moeten lezen: ongelijkheid van de seksen is een probleem van ons allemaal. Je vindt in het boek geen grote antwoorden over het succesvol aanpakken van dit probleem, maar wel genoeg aanzet om anders naar de maatschappij te kijken. Een aanrader voor de lezer die stapsgewijs naar De tweede sekse van De Beauvoir wil toewerken.


Wie is er bang voor Simone de Beauvoir?

Ruud Welten

Uitgeverij: Boom Filosofie
Jaar: 2020

Simone de Beauvoir is terug van weggeweest. In De tweede sekse (1949) legde ze de zo vanzelfsprekend heersende masculiniteit van de westerse cultuur bloot. Het vuistdikke boek werd vooral door vrouwen gelezen en daarna gebruikt om mannen mee om de oren te slaan. Wordt het niet eens tijd dat ook mannen deze twintigste-eeuwse klassieker gaan lezen?


0 Flares Twitter 0 Facebook 0 Google+ 0 LinkedIn 0 0 Flares ×

Reageer