HET THEOLOGISCHE WONDER ALS MISSING LINK IN ONZE WERELD
Kleine filosofie van het wonder
Hent de Vries
IFilosofie #14
Tekst: Leon Commandeur
De wereld is ‘onttoverd’. We geloven niet meer in God, niet meer in mysteries en niet in bovennatuurlijke krachten. We zijn tegenwoordig in staat dingen te verklaren die eeuwenlang een mysterie waren en waarover alleen maar kon worden gespeculeerd. Wetenschap, techniek en technologie helpen ons daarbij en we drukken ons in seculiere termen uit. En de theologie? Die heeft haar tijd gehad. Niets is minder waar, betoogt filosoof Hent de Vries in zijn onlangs verschenen boek Kleine filosofie van het wonder. Onze wereld, met al zijn nieuwe technische mogelijkheden, staat juist bol van de wonderen. Juist de theologie met haar systematische geheel van eeuwenoude religieuze begrippen kan ons in die wonderlijke wereld van vandaag de dag houvast bieden.
De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Zoveel wordt wel duidelijk in Kleine filosofie van het wonder. Maar wat zijn wonderen, zijn ze van deze aarde? Of zijn het metafysische, mystieke, religieuze fenomenen waar we door het proces van verregaande secularisatie en intellectualisering niet meer in geloven? Dat zijn vragen die De Vries met een grondige herwaardering van de theologische benadering wil beantwoorden.
Politieke wonderen
Juist de theologie heeft al eeuwenlang het ‘archief en apparaat’, zoals De Vries dat noemt, om onze steeds complexere wereld te begrijpen. In die wereld vinden wij onze hedendaagse wonderen. De Vries verstaat daaronder onder meer ecologische en sociaal-politieke crises, wereldwijde revoltes, gelijktijdig optredende protestbewegingen en diep ingrijpende transformaties van het publieke domein. “Vooralsnog gebeurt er niets wat niet tevens religieus of theologisch gekleurd, gevormd en vervormd is, of we dat willen weten of niet. Als het oudste en diepste reservoir – technisch gesproken, als het repositorium, repertorium en repertoire – voor wat zich laat denken en doen, zien en verbeelden, is er geen ontkomen meer aan.’’ Als voorbeeld gebruikt De Vries graag politieke wonderen, zoals de presidentsverkiezing van Barack Obama.
Wat zijn wonderen, zijn ze van deze aarde?
Of zijn het metafysische, mystieke, religieuze fenomenen
waar we niet meer in geloven?
Schakel
Kleine filosofie van het wonder is echter geen verzameling van ‘wonder-anekdoten’. Het boek intrigeert juist door het begrip wonder uitgebreid te verkennen. Met die kennis kunnen we volgens De Vries de wereld van vandaag beter begrijpen. “Als de minste onder de religieuze begrippen, beelden en theologoumena – de minste in de zin van minst plausibel en minst gewaardeerd – vormen wonderen, wondergeloof en wonderdoeners paradoxaal genoeg de missing link voor het juiste begrip van de grootste omwentelingen die ons hier en nu en per direct aangaan.’’
Gestaltswitch
De Vries beschrijft het wonder als een ‘gestaltswitch’. Als voorbeeld gebruikt hij de tekening waar men zowel een haas als een eend in kan zien. Een wonder laat ons de wereld die ons bekend voorkomt, vanuit een compleet ander perspectief zien. Een van de belangrijkste aspecten van het wonder is dat men ergens een wonder in wíl zien. “Strikt gesproken vindt het wonder plaats als we het willen zien of op zijn minst als we bereid en in staat zijn het als wonder waar te nemen.’’ Het wonder ontstaat op die manier uit een zekere synergie tussen bepaalde, zo ogenschijnlijk niet bijster bijzondere delen. Wat daarbij essentieel is, is het tijdloze verleden. Het verleden dat nimmer voorbij is, maar juist altijd actueel. Al die eeuwen die achter ons liggen, tonen ons nog steeds hun tekenen. Die tekenen en beelden dienen wij te gebruiken om het wonder in te zien. De Vries noemt dit een reset of een reboot, of naar de term die cineast Paul Verhoeven gebruikte, een total recall. Al die beelden uit het verleden kunnen wij herbeleven, zoals Marcel Proust dat deed in zijn literaire meesterwerk Op zoek naar de verloren tijd. Het is aan ons om iets met dat verleden te doen.
Een van de belangrijkste aspecten van het wonder is
dat men ergens een wonder in wíl zien
Pragmatisten
Daarmee toont De Vries het belangrijke pragmatische element van wonderen en wonderen doen, en sluit hij zo aan bij Amerikaanse pragmatisten, van William James tot Richard Rorty. Zij wisten het al: een verschil dat geen verschil maakt, is er geen. En zodra het wonder plaats heeft gevonden – zodra we die haas in die tekening zien – lijkt het ons als een fait accompli over te komen, alsof wij er geen grip op hebben gehad, alsof het een goddelijke interventie is geweest.
Wonderen zijn ‘diep-pragmatische en metafysische fenomenen ineen
Religieus
Maar de onttovering van de wereld, zoals de socioloog Max Weber die beschreef, heeft volgens De Vries toch een lichtpuntje. De toenemende intellectualisering heeft ervoor gezorgd dat toverij en magie, mythe en profetie uit ons wereldbeeld zijn verdwenen. Maar dat is zeker niet het geval ‘voor de plaats en de rol van het wonder, wondergeloof en wonderdoeners’. Sterker nog, betoogt De Vries, ‘in een tijd van globale communicatie en telkens nieuwere technologische media wordt dit (optische, akoestische, misschien meer dan louter ervaringsmatige) speciale effect nog verder uitvergroot.’ Wonderen zijn niet op hun retour, maar werpen zich juist in deze tijd van technologisering steeds vaker voor onze voeten.
Wonderen zijn ‘diep-pragmatische en metafysische fenomenen ineen’, ‘de binnenwereld van buiten bezien’. Ze tonen ons – als wij dat tenminste toestaan – het bijzondere, het totaal onverwachte, alles wat wij meenden te weten bezien vanuit een compleet ander perspectief. En dat veranderde perspectief kán een vervolg krijgen, zoals in de vorm van de uitverkiezing van de eerste donkere Amerikaanse president, zolang wij er maar het wonder van inzien en vervolgens daar naar handelen.