DE SCHULD VAN DE ALLESKUNNER. SLOTERDIJK EN MACHO OVER GOD, GEEST EN GELD
God, geest, geld. Een gesprek
Peter Sloterdijk en Thomas Macho
IFilosofie #14
Tekst: Mark Leegsma
Als Joris Luyendijk de ‘amorele denkwijze’ die de bankenwereld beheerst hekelt, docenten en studenten tegen het ‘rendementsdenken’ van universiteitsbesturen in verzet komen en minister Ploumen een mediaoffensief voert tegen de ‘chloorkip’, dan lijkt het erop dat in Nederland de geest uit de fles is. De algemene aanklacht luidt dat intrinsieke waarde er niet meer toe doet.
Als deze kwestie de geest betreft, is het dan niet aan geesteswetenschappers om zich erover uit te spreken? In Duitsland pakten intellectuele zwaargewichten Peter Sloterdijk en Thomas Macho de handschoen op. De twee discussies die dat in 2012 en 2013 opleverde, zijn nu samengesmeed tot één ‘gesprek’ rondom een dubbele vraag: hoe kan het dat financiële schulden zijn losgekoppeld van morele schuld en hoe verhoudt deze ontwikkeling zich tot het schijnbaar tegenovergestelde fenomeen van de terugkeer van het religieuze?
Alleskunner
Wie wil weten hoe een geesteswetenschappelijke benadering van actuele thema’s eruitziet, wordt op zijn wenken bediend. Nog voor het gesprek goed en wel begonnen is, heeft Sloterdijk al gesteld dat ‘we ideeën altijd ver moeten zoeken, want het wezen van de geest bestaat immers hierin dat hij het vergezochte is’. Prompt maken we een pelikaanduik de middeleeuwen in, om in de dan beoefende meditatieve technieken van zelfveronachtzaming de oorsprong van de moderne mens als alleskunner bloot te leggen.
Er volgt een vuurwerk van historische feiten en verrassende concepten dat opbouwt naar het ‘niets moet, alles kan’, dat Sloterdijk en Macho als hét kenmerk van moderniteit zien. Wanneer de ‘ontgrenzing’ zich definitief van zijn oorsprong in vrome oefeningen losmaakt en ‘voor zichzelf’ verschijnt als de universele inwisselbaarheid van geld, is het hek van de dam. Tot zover houden Sloterdijk en Macho gelijke tred met grote voorgangers als Marx en Adorno. Wat de huidige schuldencrisis en haar nasleep echter typeert, is dat het vertrouwen in geld als zodanig afbrokkelt, waardoor het kapitalistische mechaniek hapert.
Wie wil weten hoe een geesteswetenschappelijke benadering
van actuele thema’s eruitziet, wordt op zijn wenken bediend.
Appel
Het is daarom, menen de sprekers, dat de schuldenontgrenzing gepaard gaat met een verlangen naar een nieuwe verankering van economische processen in een intrinsieke waarde die deze processen overstijgt. Ziehier de terugkeer van het religieuze. Of en hoe een dergelijk verlangen zich laat realiseren wanneer de verlichting de weg terug naar metafysische fantasieën lijkt te versperren, is echter nog de vraag. Tegen het einde van het gesprek oppert Sloterdijk dat ‘de interesse voor religie in onze tijd misschien van een vromere houding getuigt dan de identificatie ermee’. Juist de vaagheid van die ‘interesse’ vangt het gevoel voor het vage, voor datgene wat niet ‘voorhanden’ is, voor een absolute mogelijkheid.
Een vuurwerk van historische feiten en verrassende concepten
Dat betekent wel dat de schuldencrisis met een moreel appel op intrinsieke waarde verre van opgelost is; die oplossing roept zelf vragen op. Zo kent het gesprek tussen de heren Sloterdijk en Macho een open einde. En dat is precies hoe een schitterende geesteswetenschappelijke bijdrage aan een actuele discussie de waan van de dag kan doorbreken.