HET VRIJE INDIVIDU EN DE REDELIJKE STAAT
Willem Visser over:
Hoofdlijnen van de rechtsfilosofie – Georg Wilhelm Friedrich Hegel
Tekst: Pieter Kalis
Video: Sjimmie Lensen / Pieter Kalis
In zijn onlangs naar het Nederlands vertaalde Hoofdlijnen van de rechtsfilosofie legt Hegel de grondslagen voor het moderne denken over staten, taatsrecht en het inrichten van de samenleving. Hij zoekt daarin naar een balans tussen de vrijheid van het individu enerzijds en anderzijds de macht en redelijke organisatie van de staat.
Hegel probeerde de hele Westerse metafysica te vangen in een alomvattend systeem. Hij wordt gezien al de laatste grote systeembouwer in de filosofie, een filosoof die nog een ‘theorie over alles’ ontwikkelde. Zijn werken en ideeën hangen allemaal met elkaar samen. Die systematische opzet vinden we ook in de Rechtsfilosofie: het bestaat uit drie delen, onderverdeeld in drie afdelingen, die op hun beurt weer uit drie onderdelen bestaan.
De moderne samenleving valt voor Hegel ook uiteen in drie delen: de familie, de burgerlijke maatschappij en de staat. De moderne rechtsstaat heeft ruimte gemaakt voor de burgerlijke maatschappij, waarin het individu zijn vrijheid vindt. De staat deelt Hegel ook weer in drieën: de wetgevende, uitvoerende en vorstelijke macht. De rechterlijke macht hoort volgens hem bij de burgerlijke maatschappij, terwijl de vorst de uiteindelijke beslissingen moet nemen.
De relevantie van het denken van Hegel voor de huidige situatie ziet men bijvoorbeeld in het internationaal recht. Met de tweede Irakoorlog en de crises in Syrië en de Oekraïne is duidelijk geworden dat de EU en de VN een ernstig tekort aan slagkracht in de wereld hebben. Hegel is de eerste geweest die de problematiek van supranationale organisaties heeft aangekaart, en dit is nog steeds actueel.
Volgens Hegel heeft een staat, die zijn eenheid en identiteit ontleent aan de verhouding tot andere staten, die slagkracht wel. Hij ziet de soevereine staat als een soort eindpunt, een hoogst haalbare situatie. De eenheid binnen een staat met de vorst als beslisser geeft de staat de slagkracht die supranationale organisaties missen. De balans die ontstaat tussen slagvaardige staten zorgt voor een stabiele situatie. De betrekkelijke stuurloosheid van de EU en de VN komt voor een belangrijk deel door het gebrek aan samenhang en aan centraal gezag, Het bijzondere aan de rechtsfilosofie van Hegel is dat dit probleem daar al zo’n twee eeuwen geleden werd geconstateerd, en wanneer men tot een oplossing wil komen verdient het aanbeveling te beginnen met het lezen van Hegel.
Hegel voorzag de problemen van de EU en VN
al zo’n twee eeuwen geleden
Sommige ideeën van Hegel zijn tegenwoordig wat achterhaald. Zo was hij bijvoorbeeld een tegenstander van de democratie en vond hij een oorlog op z’n tijd goed om de boel wat op te schudden. Maar buiten deze opvattingen heeft Hegel met zijn grondslagen voor de rechtsstaat en vooral zijn vraagstellingen bijzonder veel invloed gehad. Hegel beïnvloedde Nietzsche, Kierkegaard en Heidegger, maar ook politieke denkers als Marx, Weber, Sartre en de Frankfurter Schule, kortom, zo’n beetje alle belangrijke filosofen na hem.
Geen bespreking van Hegel laat onvermeld dat zijn teksten moeilijk toegankelijk zijn. Hegel behandelt complexe materie en probeerde te vatten wat bijna niet in woorden uit te drukken is. Een passie die hij deelde met zijn jeugdvriend, de dichter Hölderlin. Hegel ontwikkelde daarom een soort kunsttaal waar de onvoorbereide lezer niet doorheen komt.
Er zijn twee dingen die helpen bij het doordringen van de tekst, die de worsteling toch de moeite waard maken. Ten eerste is er het boekje Hegel waarin Herman van Erp een inleiding op zijn werk geeft in begrijpelijke taal. Ten tweede is er de bijzondere begaafdheid van vertaler Willem Visser. Visser vertaalde eerder al Hegels Fenomenologie van de geest, waardoor hij vertrouwd raakte met Hegels systeem. De Rechtsfilosofie is een stuk toegankelijker dan de Fenomenologie en wie zich er toe zet ontdekt al gauw de schoonheid van Hegels taal.