HEINZ KIMMERLE / DIALOGEN OVER DE GRENS
Tekst: Conny van der Meer
Op 17 januari overleed op 85-jarige leeftijd de Duitse filosoof Heinz Kimmerle. Hij was een van de grondleggers van de interculturele filosofie, een in Nederland relatief nieuw werkterrein. Juist was van zijn hand Interculturele filosofie verschenen, een studieboek dat uiteenzet hoe we filosofieën uit verschillende culturen met elkaar in dialoog kunnen brengen en waarom we dat zouden moeten nastreven. Een lesboek dat zich laat lezen als een samenvatting van zijn levenswerk.
Iedere cultuur heeft een eigen filosofie. Dat is het onvoorwaardelijke uitgangspunt van de interculturele filosofie, aldus Kimmerle. Ongeacht of ze nadrukkelijk en formeel als ‘filosofie’ wordt benoemd, is elk aan een cultuur gebonden denken bovendien gelijkwaardig aan alle andere. Ook veronderstelt interculturele filosofie dat dialogen tussen verschillende filosofieën voor alle betrokkenen positief zijn.
In Interculturele filosofie legt Kimmerle uit waarom dergelijke dialogen juist nu van groot belang zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan de toenemende globalisering en regionalisering, en hoogst actueel: de dreiging van extremistische activiteiten. Niet alleen op het geopolitieke niveau zorgen zulke ontwikkelingen voor onrust. Integendeel, er sijpelt een heel concrete vervreemding het leven van alledag binnen. Dat dit Kimmerle zorgen baart, is een blijk van zijn persoonlijke engagement, die even goed het wezenlijk betrokken vertrekpunt van interculturele filosofie onderstreept.
Het is cruciaal dat we in situaties als deze openstaan voor het denken in andere culturen en bereid zijn van elkaar te leren, zo stelt Kimmerle. Bij interculturele filosofie gaat het namelijk om Verständung in de brede, Duitse zin van het woord: een verstehen van historische en lokale bijzonderheden zonder oordeel te vellen in plaats van een op algemene wetmatigheden gericht erklären dat harde grenzen trekt tussen mogelijk en onmogelijk, tussen normaal en abnormaal.
Kritiek op eurocentrisme
Volgens Kimmerle vinden interculturele dialogen veel te weinig plaats. En dat terwijl filosofie niet specifiek uitsluitend westers, maar in elke cultuur aanwezig is. Helaas lijkt de eurocentrische fantasie, dat er alleen in het Avondland wordt ‘gedacht’, een soort filosofisch onkruid. Alle beleden ruimdenkendheid ten spijt zijn vertegenwoordigers van de westerse filosofie maar zelden bereid zich voor het denken in andere culturen open te stellen. Het is de paradoxale schaduw van de Verlichting.
Zelfs in de comparatieve filosofie, waarin oosterse naast westerse filosofie wordt gelegd, worden de verschillende gedachten niet met elkaar in dialoog gebracht. Het eurocentrisme is volgens Kimmerle, kortom, een kernprobleem van onze tijd. Hij kan derhalve niet anders dan stellen dat de verhouding van culturen tot elkaar opnieuw bepaald moet worden.
Interculturele filosofie is in naam een studieboek. En inderdaad, het didactische oogmerk is onmiskenbaar. Van de vraag ‘Waarom interculturele filosofie?’ met begripsverklaring en werkvelden bouwt het boek via een kritiek op het eurocentrische denken van bekende westerse filosofen op naar een uitleg van de methode van de interculturele filosofie, concrete voorbeelden van dialogen tussen westerse en niet-westerse filosofieën incluis. Na elk hoofdstuk geeft leraar Kimmerle de lezer zelfs huiswerk in de vorm van een aantal toetsvragen.
Toch doen alleen de opbouw en vormgeving vermoeden dat het een studieboek betreft. Want het taalgebruik en de vele anekdotes van bekende filosofen maken dit boek tot een aanrader voor eenieder die geïnteresseerd is in het grensverleggende werk van de interculturele filosofie.
Heinz Kimmerle, Interculturele filosofie, een studieboek. Garant, 2015