Hans-Georg Gadamer / Waarheid en methode
Betekenisvolle bescheidenheid
iFilosofie #7
Tekst: Paul van Tongeren
Het verschijnen van de Nederlandse vertaling van Wahrheit und Methode is een goede aanleiding opnieuw de aandacht te vestigen op dit nog steeds zeer actuele boek dat voor het eerst verscheen in 1960. Vertaler Mark Wildschut verdient lof voor zijn prachtige vertaling van de niet altijd gemakkelijke tekst, en uitgeverij Vantilt voor de publicatie ervan.
De auteur, Hans-Georg Gadamer, was al zestig jaar oud toen het boek verscheen en hij had tot dan toe nog relatief weinig gepubliceerd. In het huidige bestel zou hij problemen hebben gekregen.
Maar Gadamer heeft als hoogleraar altijd de voorrang gegeven aan zijn onderwijs, en bovendien vormde zijn bescheidenheid een rem op voortijdige en overdadige publicaties: “Naarmate ik meer wist, werd ik zwijgzamer.” Zijn boek bevat dan ook een belangrijke boodschap voor onze tijd.
Waarheid en methode biedt ‘Hoofdlijnen van een filosofische hermeneutiek’, zoals de ondertitel in Nederlandse vertaling luidt. ‘Hermeneutiek’ is de kunst van de interpretatie, en een filosofische hermeneutiek is een theorie die uitlegt waarom interpretatie van belang is en hoe zij plaatsvindt. Dat klinkt abstract, maar staat eigenlijk veel dichter bij onze concrete alledaagse ervaring dan de meeste (populair-)wetenschappelijke theorieën waarover we in kranten en tijdschriften kunnen lezen. Terwijl daar veelal de neiging bestaat menselijk handelen te reduceren tot dierlijk gedrag of te verklaren uit biologische, neurologische of ethologische feiten en wetmatigheden, stelt de hermeneutiek dat menselijk leven fundamenteel gekenmerkt wordt door betekenis. Simpel gezegd: als een koe een hongerprikkel voelt gaat ze grazen, maar een mens die honger voelt, kijkt op zijn horloge en vraagt zich af of het al tijd is, of het wel gezond is nog iets te nemen, enzovoort. Natuurlijk is er in het organisme van die mens ook ergens een prikkel werkzaam geweest, maar die verschijnt voor een mens als ‘honger’, dat wil zeggen als een betekenis, die verwijst naar een heel netwerk van betekenissen (gezondheid, tijd, gezelschap en zo verder). Welnu: betekenissen vragen om uitleg omdat ze nooit simpelweg als ‘feit’ gegeven zijn. Niet alleen op het alledaagse praktische niveau (Is het wel echt ‘honger’ wat ik voel? Hoe zal ik ermee omgaan?); maar ook theoretisch doemen hier allerlei vragen op: Hoe hebben we die betekenissen leren verstaan? Wat is de rol van gemeenschap en traditie daarbij? Hoe zoeken we zekerheid in onze interpretaties ervan en hoe bewaren we de openheid waardoor ervaringen nieuwe betekenissen kunnen krijgen? En wat zegt het over de werkelijkheid dat ze slechts via interpretaties voor ons toegankelijk is?
Gadamer bedoelde de titel van zijn boek, Waarheid en methode, in ieder geval ook polemisch: in een tijd waarin de exacte en technische wetenschappen, hun (empirische) methoden en hun begrip van objectiviteit het patent lijken te hebben op ‘ware’ kennis, laat hij zien dat kennis die recht wil doen aan de menselijke werkelijkheid van de betekenis andere eisen stelt. Het boek heeft een grote invloed gehad in wetenschap en filosofie. En het is vooral van blijvende betekenis voor elke geesteswetenschap die haar voorwerp (‘geest’) niet wil opofferen aan een eenzijdig begrip van ‘wetenschap’. De grote invloed en betekenis van het werk staan in een opmerkelijk contrast met de bescheidenheid van de auteur: toen aan de negentigjarige Gadamer – aan het eind van een lang interview – gevraagd werd of hij zijn filosofische hermeneutiek in één zin zou kunnen samenvatten, antwoordde hij zonder aarzeling positief: “Het zou kunnen zijn dat de ander gelijk heeft.”