De grenzen van het getal: Wiskundigen aan het woord

0 Flares 0 Flares ×

De mensheid is een succes. Door de wetenschap begrijpen we steeds meer van de wetten van de natuur en kunnen we ook ingrijpen in onze omgeving, en in ons eigen lichaam, tot op microniveau in onze eigen genen toe. Wiskunde heeft al eeuwenlang een grote invloed binnen de wetenschap en zij heeft de huidige kwaliteit van ons leven mede mogelijk gemaakt. Maar het lijkt erop dat we doordraven en de banden met de natuur helemaal willen doorsnijden. Doen wij er wel goed aan om onze wetenschappelijke en technische kennis in te zetten voor een uitsluitend door mensen gemaakte wereld? In het boek De grenzen van het getal komen 17 wetenschappers, sporters en kunstenaars aan het woord over hun liefde voor de wiskunde, de schoonheid ervan en de ethische dilemma’s waarvoor zij zich gesteld zien. Dit boek nodigt jou uit om je eigen positie in te nemen over de keuzes die zij maken.

Een essay van auteur Karin Verouden

Wie weet, die leeft

De menselijke gedrevenheid om de wetten van het leven te kunnen begrijpen en beschrijven, om zo de natuur onder onze controle te krijgen, heeft ons steeds verdergaande kennis opgeleverd. De toepassing van die kennis, de technologie, vergroot onze kans om als soort te overleven en steeds langer en gezonder te leven.

Volgens de jongste voorspellingen van de Verenigde Naties groeit de wereldbevolking. Aan het einde van deze eeuw zullen we met 11,2 miljard mensen zijn. Het grote aantal mensen dat de aarde bevolkt en onze hoge levensstandaard brengen de nodige problemen met zich mee, zoals klimaatverandering, vervuiling van land en water en de afname van diversiteit in de flora en fauna. Voor een oplossing van deze – door onszelf veroorzaakte – problemen doet de samenleving een groot beroep op de wetenschap. Wiskundige modellen en berekeningen spelen in de wetenschap een grote rol. ‘Er is geen zekerheid in de wetenschap waar wiskunde niet kan worden toepast’, schreef architect, onderzoeker en kunstenaar Leonardo da Vinci al vijf eeuwen geleden.

Creatief met wiskunde

Ook in deze tijd plukken wij de vruchten van wiskundige inzichten, die ons helpen om de aard van problemen te analyseren en er creatieve oplossingen voor te bedenken. In De grenzen van het getal vertelt biomedicus Teun Bousema hoe hij met behulp van wiskundige modellen de besmettingshaarden van malaria in Afrika op ingenieuze wijze kan lokaliseren en lezen we hoe theoretisch biologe Ingrid van de Leemput erin slaagt om veerkrachtindicatoren in ecosystemen te beschrijven, aan de hand waarvan zij het zogenoemde kantelpunt kan berekenen in bijvoorbeeld de gezondheid van koraal. In de internationale sportwereld werken wetenschappers aan de verbetering van het menselijk vermogen op basis van data-analyse en zelfs in de kunsten ligt wiskunde soms letterlijk ten grondslag aan schoonheid.

‘De technologie, ooit ingezet om de natuur te beheersen, lijkt daarmee zelf onbeheersbaar te zijn geworden’

Halverwege de vorige eeuw begonnen we met allerlei wetenschappelijke experimenten om niet alleen onze natuurlijke omgeving te beheersen, maar ook het leven zelf tot iets kunstmatigs te maken. Zo werd kunstmatige bevruchting in een reageerbuisje mogelijk. Sindsdien zijn wereldwijd meer dan 8 miljoen ivfkinderen geboren. En door het DNAschaartje CRISPR-cas9 kunnen we stukken DNA gemakkelijk, snel, goedkoop en extreem precies bewerken in allerlei soorten cellen in planten, dieren of zelfs mensen. Waarom willen we zo graag ingrijpen in het natuurlijke leven? Volgens filosofe Hannah Arendt lijkt de toekomstige mens ‘bezeten te zijn door opstandigheid tegen het menselijk bestaan zoals dit is gegeven, een vrije gift uit het niets (…), die hij als het ware wenst in te ruilen tegen iets wat hij zelf heeft gemaakt.’ Biotechnologen zetten zich in voor het welzijn van de mensheid, door het uitbannen van ziekten. ‘Het is echter onduidelijk tot welke grens zij hun technologie ontwikkelen en wie bepaalt waar die grens ligt’, merkt geesteswetenschapper Rob Zwijnenberg op.

Mensenwereld

Hoe wenselijk is deze behoefte eigenlijk om de wereld naar onze eigen hand te zetten? Zijn we niet te happig? Doen wij er wel goed aan om onze wetenschappelijke en technische kennis in te zetten voor een uitsluitend door mensen gemaakte wereld? Precies over deze vragen gaat dit boek.

‘Het is wetenschappelijk bewezen, dus waar’, is het adagium in onze samenleving. Numeriek wiskundige Ronald Meester stelt nadrukkelijk vast dat wetenschap niet gelijk kan staan aan de waarheid. ‘De aard van de wereld is niet zo dat we alles kunnen beredeneren en beargumenteren. Die manier van leven heeft iets geforceerds, onwaars en houdt ons daarmee weg van de realiteit.’ Econometrist en financieel directeur van ORTEC, Gerrit Timmer, geeft de grenzen aan van het rekenen met wiskundige modellen. ‘Veel mensen denken misschien dat de wiskunde objectiviteit kan garanderen, om de eenvoudige reden dat getallen een symbool zijn voor een objectieve waarde. Wiskundige modellen zijn echter geen volledige weergave van de werkelijkheid en dus nooit helemaal objectief. Het niveau van de wiskunde is meestal zo hoog en de berekeningen zijn zo specialistisch dat alleen de ontwerpers zelf de mate van objectiviteit kunnen bepalen. Het gevolg is dat de conclusies van de berekeningen voor een buitenstaander bijna niet te beoordelen zijn. Voor leken is het daarmee bijna onmogelijk geworden om de wetenschap te volgen, erover te denken, laat staan haar kritisch te bevragen op de inslagen koers. Niemand lijkt nog richting te kunnen geven. De technologie, ooit ingezet om de natuur te beheersen, lijkt daarmee zelf onbeheersbaar te zijn geworden. ‘De wetenschap stelt ons niet alleen voor een groot politiek probleem, maar zij legt bovendien een grote morele verantwoordelijkheid op de schouders van de opstellers van een model’, meent hij.

De rol van de wetenschap

De meeste geïnterviewden kiezen er echter voor om op beroepsethische gronden uitsluitend binnen de grenzen van hun wetenschapsgebied te werken. Artificial intelligence-deskundige Merel Jung geeft aan dat wetenschap en politiek twee verschillende domeinen in de samenleving zijn, met tegengestelde belangen, die maar beter uit elkaar worden gehouden, omdat er anders te veel bias in het onderzoek komt en de objectieve feiten niet meer kloppen. Zij ziet het als hun bijdrage aan de samenleving om objectieve kennis te genereren, op basis waarvan anderen een beslissing kunnen nemen. Zo ook populatiebioloog Jacco Wallinga. Hij vindt dat het huidige debat over al dan niet vaccineren te ongenuanceerd wordt gevoerd in de samenleving en wil ouders in de gelegenheid stellen goed en rustig over deze vraag na te denken en op basis van correcte wetenschappelijke feiten en kennis een besluit te nemen, ‘ongeacht of zij dan wel of niet kiezen voor vaccinatie’. De rol van de wetenschap houdt volgens hem op bij het aanreiken van feitelijke onderzoeksresultaten over de gevolgen van mogelijke scenario’s in de toekomst, of terugblikkend op het verleden. ‘Wetenschap moet het conflict of interest mijden en zo onafhankelijk mogelijk zijn, opdat de discussie helder blijft’, zegt hij.

Nemen natuurwetenschappers met deze houding voldoende verantwoordelijkheid voor het onderzoek dat zij doen en de invloed die zij daarmee hebben op het handelen van anderen in de samenleving? En zouden zij dat moeten doen? Nee, ik denk van niet. Zoals Ronald Meester aangeeft, dreigt wetenschap zo belangrijk gevonden te worden, dat niemand meer op zijn eigen innerlijk kompas durft te vertrouwen. Het lijkt mij tijd dat iedereen weer zelf positie inneemt. Ik nodig je uit om je uit te spreken over de richting van de vooruitgang, haar invloed op jouw leven en de aarde waarop jij woont. Dat kan in het onderwijs, de zorg, de politiek, de kunst, de sport, thuis, in het bedrijfsleven, overal!

De grenzen van het getal, Karin Verouden, Leusden: ISVW Uitgevers, 2019.

0 Flares Twitter 0 Facebook 0 Google+ 0 LinkedIn 0 0 Flares ×

Reageer