Existentiële therapie
Medio maart verschijnt Het primaire waarom van iFilosofie-redacteur Arthur Veenstra. Aan de hand van de filosofie van Jean-Paul Sartre beschrijft hij hierin het vormgeven van een vrij bestaan. Bij dezen een voorproefje: het begin van hoofdstuk 7, ‘Existentiële therapie: hoe word je wie je bent?’.
Tekst: Arthur Veenstra
Het einde van het Sartre-vak kwam in zicht. We waren aangekomen bij het laatste college en daarmee ook bij het laatste hoofdstuk van Het zijn en het niet. De docent recapituleerde nog een paar recent behandelde onderwerpen en benadrukte bij ieder onderwerp nogmaals de kernpunten. Een van die kernpunten was dat ons bewustzijn volgens Sartre in meerdere opzichten een vorm van ekstase is – in de oorspronkelijke Griekse betekenis van een ‘staat buiten zichzelf’. Ons bewustzijn treedt buiten zichzelf om die synthetische relatie met de wereld te vormen. Verder treedt ons bewustzijn buiten het nu om allerlei mogelijkheden in de toekomst te projecteren. Met betrekking tot de dood benadrukte de docent nogmaals dat voor Sartre de dood geen interne, maar een externe limiet was op onze vrijheid. De dood zelf ligt immers buiten ons bewustzijn. Vanuit ons bewustzijn bekeken is onze vrijheid daarom absoluut en onbegrensd.
Door de uitgebreide recapitulatie van de onderwerpen bleven aan het einde van het college nog maar een paar minuten over voor de wekelijkse verdiepingsvraag. Voor ieder college was een student aangewezen om een verdiepingsvraag over de stof voor te bereiden die na de rest van de stof zou worden behandeld. Toevallig was ik degene die voor het laatste hoofdstuk, en daarmee ook voor het laatste college, de verdiepingsvraag had voorbereid. Het concluderende hoofdstuk van Het zijn en het niet bevatte niet alleen een afronding van het boek, het hoofdstuk kondigde ook de implicaties aan van Sartres analyse van ons bewustzijn. Zo maakte hij in de laatste paragraaf van het boek plots een draai naar een existentiële ethiek: wat betekent zijn analyse van ons bewustzijn voor hoe wij moeten leven? Wat doe je met die totale vrijheid? Hoe zetten we die vrijheid om in een betekenisvolle richting voor ons leven? Sartre sloot het boek af met de belofte dat hij een toekomstig werk aan deze vragen zou wijden. Die belofte was een soort filosofische cliffhanger en ik besloot de verdiepingsvraag daarop te richten.
De docent antwoordde dat Sartre die ethische richtlijnen na de oorlog inderdaad verder had uitgewerkt in een serie notitieboeken die pas na zijn dood zouden worden gepubliceerd. In essentie is Sartres boodschap dat wij op een speciale manier moeten reflecteren op ons leven en wie wij zijn. Deze reflectie toont de feitelijkheid van jouw situatie. Het laat zien waar je vandaan komt, wat jouw cultuur is, jouw opleiding, je familieafkomst, waar je op dit moment staat in het leven. Maar die feitelijke situatie is niet wat jij zou kunnen zijn. Ons bewustzijn reikt immers voorbij de feitelijk gegeven omstandigheden. Wij zijn geworteld in vrijheid en vrijheid is wat jij doet met de gegeven feiten. Ons bewustzijn is ‘ekstatisch’ en daarom kunnen wij vanuit die feitelijk gegeven omstandigheden een spectrum van mogelijkheden projecteren op de toekomst. Tot zover geen probleem. Maar wat is dan de mogelijke toekomst die een uitdrukking is van mijzelf? Wat is die goudschaal waarop ik de verschillende mogelijkheden kan afwegen?
De docent legde dit vraagstuk uit aan de hand van Sartres duale analyse van de structuur van ons bewustzijn. Sartre wees erop dat de wereldgerichte component van ons bewustzijn die mogelijke toekomsten projecteert. Iedere mogelijke toekomst wordt door de wereldgerichte component van ons bewustzijn verder gekwalificeerd: we maken lijstjes met vooren nadelen per mogelijkheid. Maar hoe herken je dat een bepaalde mogelijkheid jouw toekomst is? Welke toekomst is extrinsiek en welke is intrinsiek?
Sartres antwoord is dat we die tweede component van ons bewustzijn, de zelf-gerichte component, hiervoor expliciet moeten leren maken. Zoals beschreven is deze zelfgerichte component van ons bewustzijn gericht op de flux van ervaringen, en als zodanig neemt ons zelfbewustzijn die mogelijkheden waar zoals ze voorbijtrekken in de flux. De docent legde uit dat wij volgens Sartre de mogelijkheden die bij onze intrinsieke zelf horen kunnen herkennen omdat ze gepaard gaan met een bepaalde ‘salience’. De mogelijkheden die een uitdrukking zijn van onze authentieke zelf vallen ons op een bepaalde manier op. Het probleem is dat de meeste mensen geen cognitieve toegang hebben tot hetgeen hen opvalt. De remedie die Sartre voorstelde was iets dat hij existentiële psychologie noemde. Dit behelsde een speciale autobiografische methode, die ik verderop in meer detail zal toelichten. Het doel van die existentiële psychologie was het blootleggen van de fundamentele levenskeuze die jouw leven richting geeft, de pure keuze die bepalend is voor het primaire project van jouw vrijheid.
Het primaire waarom. Ons bewustzijn volgens Jean-Paul Sartre
Arthur Veenstra
Uitgeverij: ISVW Uitgevers
Jaar: 2021
De wetenschap lijkt eenstemmig te verklaren: we leven in een materialistische wereld. De impact van dat verhaal op ons leven is enorm: je mag wel denken dat je je hart volgt, dat je jezelf blijft, maar maak je geen illusies, die gedachtes en het bijkomende gevoel zijn totaal betekenisloos. Kan het niet wat betekenisvoller?