Denkers in de alternatieve geschiedenis van de filosofie >>
Met ons verstand kunnen we veel zaken begrijpen, meldt de Programmagids van de ISVW over de Summerschool waarbij Joyce Pijnenburg komende zomer betrokken is. Maar wat vermag de rede juist niet? Zijn er andere manieren om de wereld te begrijpen, mystieke manieren, die ons verstand te buiten gaan?
Tekst: Katja Blauw
Je houdt je graag bezig met alternatieve denkwijzen. Bijvoorbeeld met de geschiedenis van hermetische filosofie. Waarom?
Voor filosofie had ik al in mijn tienerjaren belangstelling, sinds mijn dertiende, geloof ik. Alles wat buiten de gevestigde wetenschap en filosofie valt boeit me: alternatieve wereldbeelden, alchemie en een beweging als de Rozenkruisers. Dat is zo gebleven tot op de dag van vandaag en dat zal wel zo blijven. De afgelopen drie jaar werk ik bijvoorbeeld aan programma’s voor een vereniging voor ondogmatische levensbeschouwing en filosofie bij VG Amsterdam, een historisch rebels instituut waar religie altijd anders benaderd werd; in feite filosofischer.
Over de hermetische filosofie, die volgens historici aan de basis van onze westerse cultuur staat, kreeg ik in mijn studie weinig informatie. Maar daar kwam verandering in, toen ik in Venetië een tentoonstelling bezocht die nota bene door de Amsterdamse Bibliotheca Philosophica Hermetica georganiseerd was. Die bibliotheek kende ik niet, terwijl ik aan de Universiteit van Amsterdam studeerde. Terug in Nederland werd ik een trouwe bezoeker. Toen kwam ik er ook achter dat de vakgroep Hermetische filosofie van de UvA vakken op bachelor- en masterniveau aanbiedt. Een buitenkans voor mij, want zo kon ik mijn interesse voor filosofie combineren met historisch onderzoek. Het resulteerde in een aanstelling bij de bibliotheek.
Met je proefschrift over een wel heel bijzondere alternatieveling als Giordano Bruno ga je met je interesse voor het non-conformistisch door?
Dat klopt. Mijn dissertatie heeft als voorlopige titel ‘The Magic of Modernity: Giordano Bruno and the Lamp of the Thirty Statues’ en gaat over zijn latere werk. Bruno was bij uitstek een alternatief denker. Een Italiaan die in de zestiende eeuw in Europa constant buiten de paden van de gevestigde orde liep. Hij was lid van de orde der Dominicanen, ging op de vlucht uit de kerk en zwierf door Europa maar kreeg overal problemen door zijn tegendraadse ideeën over filosofie, religie en het heelal. Hij moest zijn eigengereide ideeën uiteindelijk met de brandstapel bekopen. Hij was anders, hij was iets nieuws op het spoor en durfde dat radicaal te omarmen. Dat is op zijn zachtst gezegd inspirerend, toch?
Je verdiept je in vrouwen in de filosofie. Bewandelen zij ook een alternatieve weg?
Daar ligt mijn interesse ook. Tot aan de verschillende feministische golven waren vrouwen alleen bij uitzondering hoog opgeleid. Maar door de eeuwen heen hebben zij zich ook uitgesproken tegen de gevestigde orde. In zijn beschrijving van de ideale staat heeft Plato overigens gezegd dat vrouwen ook een maatschappelijke positie zouden moeten krijgen. Aristoteles dacht daar anders over en legde de intellectuele basis voor de doctrine van de ongelijkheid tussen man en vrouw. Die werkt tot vandaag door in onze cultuur.
Er zijn altijd vrouwen geweest die hebben willen studeren. Sommigen hadden geluk dat hun vader ze stimuleerde, in een paar gevallen kregen ze de kans om les te geven. Met de moderniteit kwamen er steeds meer vrouwelijke filosofen, maar nog steeds zijn ze niet zo bekend. Het traditionele beeld van een filosoof is dat van de witte man met een baard. Ik probeer een steentje bij te dragen en daar verandering in te brengen, onder meer door lezingen en leesgroepen over vrouwen in de filosofie.
In juli ben je docent bij de Summerschool ‘Voorbij het verstand’. Wat kunnen we verwachten?
Ik vind het inspirerend om met Michel Dijkstra samen te werken. Hij is gespecialiseerd in de oosterse en ik in de westerse mystieke filosofie. Tijdens de Summerschool constateren we onder andere dat er veel denkers zijn geweest die we wel degelijk filosofen kunnen noemen, maar die vaak worden weggezet als ‘mystici’. Ze vertegenwoordigen het scheidingsdenken tussen lichaam en geest niet op de manier die typisch is voor het westen en associëren filosofie niet voornamelijk met rationalisme of redelijkheid. Ze verdienen aandacht. De vraag luidt: is er filosofie voorbij de rede? Die vraag gaan we in de Summerschool onderzoeken. Een ondubbelzinnig antwoord kan ik niet garanderen.