De reis van je leven
‘Vlieg mee met de Pengvogel naar het Land van Niemendal om te verblijven in de Wijde Wildernis. Laat de krekeltjes en duiven achter en dobber vrij en blij over rivieren en oceanen.’ Volgens Zhuangzi is dat het echte leven waarin we alert en open op elk moment precies waarnemen wat het geval is en daarop adequaat kunnen inspelen. In Filosofie met de vlinderslag geeft Woei-Lien Chong een bespreking van en toelichting op de daoistische levenskunst van Zhuangzi.
Tekst: Marieke Veen
Aan de hand van de Daodejing en de Zhuangzi, de twee grondteksten van het daoïsme, bespreekt sinoloog en filosoof Woei-Lien Chong het daoïsme. Een paradox aangezien over de Dao, ‘de Weg’, niet gesproken kan worden zoals het eerste aforisme in de Daodejing stelt. Chong benadrukt dat dit gedachtegoed zonder oefenweg geen inhoud heeft, omdat het gericht is op zelftransformatie ter voorbereiding op een volledig vrije deelname aan de praktijk van alledag. De taal van de spirituele oefenweg vervangt hierbij, zolang als nodig, de gangbare taal.
Taal structureert en consolideert onze wereld en geeft houvast. Daarom schrijft Chong haar boek en lees jij deze recensie. Maar de woordloze oefenweg van het daoïsme beoogt juist het besef te ontwikkelen dat er geen fundering is onder ons bestaan omdat alles in de hele kosmos permanent verandert. Begrippen zijn willekeurig en scheiden bovendien de eenheid die de kosmos eigenlijk is in losse stukken.
Ondertussen deelt alles dezelfde levensadem, ‘qi’ genoemd, en is de kosmos één groot veld van levensenergie waar alle wezens en dingen met elkaar verbonden zijn in de qi. Levenskunst is volgens Zhuangzi daarom jezelf ‘vergeten’ en daarmee jezelf en al het andere de ruimte laten om te zijn – zonder voorkeur, zonder afkeer, zonder oordeel.
Zhuangzi’s diagnose
Volgens Zhuangzi worden we volkomen ontvankelijk geboren, met een open bewustzijn. Zodra we taal en begrippen leren, zetten we onszelf samen met onze sociale groepsgenoten gevangen in een bepaalde opvatting van de werkelijkheid die we vervolgens beschouwen als de absoluut enige echte. Immers, aan die gedeelde werkelijkheid ontlenen we onze identiteit. Zolang we ons eigen referentiekader, waar we toevallig in beland zijn, verabsoluteren blijft ons leven beperkt tot de begrensde mogelijkheden van dit ene kader.
Vanuit dit beperkte, ‘profane’ bewustzijn zijn we niet meer in staat om alles wat is waar te nemen zoals het feitelijk is. Gevangen in het eigen referentiekader oordelen we vooringenomen over onze ervaringen en gebruiken daarbij, gaande over de gebaande paden, de betrekkelijke begrippen die we hebben geleerd als houvast.
De oefenweg
De oefenweg maakt ons bewust van deze gekleurde bril en stelt ons in staat hem af te zetten. Om ons ingemetselde open bewustzijn weer tevoorschijn te halen raadt Zhuangzi zitmeditatie en qi-oefeningen aan. Chong licht toe hoe we door het ‘vasten van het hart’, ‘zitten en vergeten’ en ‘ademen vanuit de hielen’ ons ego verliezen, ruimte en tijd overstijgen en belanden in het open bewustzijn dat ons toegang geeft tot het grotere geheel waar we de kosmische eenwording ervaren. Eenmaal in verbinding met al wat is, zijn we in staat om vanuit dit kosmisch al-bewustzijn volkomen ontvankelijk waar te nemen wat het geval is en adequaat te handelen.
De reis van je leven bestaat volgens Zhuangzi uit het herkennen van de krachten en structuren die in elke situatie werkzaam zijn. Je overgeven aan frictie en weerstand en er flexibel op inspelen op weg naar je zelfgekozen bestemming. De geoefende wijze beweegt moeiteloos heen en weer tussen het profane en open bewustzijn waardoor hij op elk moment precies doet wat nodig is, zonder inspanning. Hij beoefent wuwei wat letterlijk ‘niet-handelen’ betekent en wat staat voor het soepel meebewegen met wat nodig is zonder intentie. Hij doet niets en tegelijkertijd blijft niets ongedaan.
Pengvogel en Kunvis
Terwijl de Daodejing in raadselachtige aforismen de Dao ‘vertoont’ die onbenoembaar is, vertelt Zhuangzi verhalen waarin de personages verschillende aspecten van ons bewustzijn vertegenwoordigen. De duif en de krekel klampen zich bijvoorbeeld vast aan hun kleine beperkte wereldje en zijn metaforen voor ons ‘profane’ bewustzijn dat er op gericht is om het ego in stand te houden en uit te breiden tegen de onverbiddelijke natuurwetten in.
De reis van je leven bestaat volgens Zhuangzi uit het herkennen van de krachten en structuren die in elke situatie werkzaam zijn.
Daarentegen houdt de vis Kun zich op in het ongedifferentieerde en verborgene, zonder tijd en ruimtelijkheid. Hij vertegenwoordigt het ontvankelijke open bewustzijn waar het duistere zonder vorm onbegrensde potentie heeft om alles te worden, vrij van taalconstructen.
De vogel Peng is een waarnemend tussenwezen, onze innerlijke metgezel die ons laat zien dat we de wereld bekijken vanuit een beperkt standpunt begrensd door een horizon. De taal structureert en consolideert deze wereld waarin ons ‘profane’ bewustzijn gevangen zit. Peng beseft echter de betrekkelijkheid van begrippen en opvattingen en vertrekt naar het Hemelse Meer, het open bewustzijn waarin hij alles waarneemt zoals het is, zonder oordelen. Peng symboliseert daarmee het vermogen van de menselijke geest om de oorsprong in zichzelf te bewaren en zich niet volledig te identificeren met een bepaalde leef- of denkwijze en dit vermogen door oefening te ontwikkelen. Hij keert terug naar het oneindige in onszelf maar wel via de concrete ervaringsweg van het leven. Volgens Zhuangzi is er geen andere weg.
Aangespoeld
Het is heerlijk meedeinen op de wervelende woordenstroom van Chong. Haar golvende schrijfstijl past uitstekend bij de grondeloze inhoud van de Daodejing en de Zhuangzi. Regelmatig citeert ze uit beide boeken en licht de inhoud beeldend en afdoende toe. Als je de grondteksten ernaast houdt, verrijkt dat haar boek.
Ondanks de beperking van taal en schrift geeft Chong een heldere beschrijving van gangbare meditatietechnieken. Een woordloze oefenweg uitgedrukt in taal. Taal vermag, zoveel is duidelijk. Zonder taal geen wereld. Zonder wereld geen mensen. Zonder mensen geen interactie, geen boek, geen recensie, geen lezers.
Toch kan het ultieme inzicht volgens het daoïsme alleen worden bereikt via meditatie en door het laten varen van boekenwijsheid en redenaties. Dus: vergeet jezelf en wat je zojuist gelezen hebt, maak hart en hoofd leeg, adem diep vanuit de hielen en wees één met de kosmos.
Woei-Lien Chong, Filosofie met de vlinderslag: De daoïstische levenskunst van Zhuangzi. Damon, 2016.