DANDY OF CHRISTEN?
Mijn schrijverswerkzaamheid
Søren Kierkegaard
Tekst: Thomas Heij
Wie schrijft over het verleiden van vrouwen, schranspartijen op een chique kasteel en het inwisselen van vrienden, en wie schrijft dat het leven slechts draait om interessante ervaringen, lijkt op het eerste gezicht geen christelijk auteur. Toch is dat precies waar Kierkegaard over schreef en wat hij betoogt in Mijn schrijverswerkzaamheid. In dit boek doet hij de grootste geheimen omtrent zijn schrijverschap uit de doeken.
Mijn schrijverswerkzaamheid is een verzameling van vier teksten waarin Kierkegaard reflecteert op zijn werken en auteurschap: Het gezichtspunt voor mijn schrijverswerkzaamheid, Over mijn schrijverswerkzaamheid, De enkeling en Gewapende neutraliteit. Het grootste deel is Het gezichtspunt voor mij schrijverswerkzaamheid, dat postuum verscheen. Het gezichtspunt schreef Kierkegaard aanvankelijk als inleiding op een heruitgave van Of/of, maar hij koos toch voor postume publicatie. Waarschijnlijk koos hij daarvoor omdat hij in de tekst een vernietigende maatschappijkritiek neerzet, en zichzelf vervolgens behoorlijk op de borst klopt. Van elke pagina spat de voldoening die Kierkegaard moet hebben gevoeld bij het onthullen van zijn grootste raadsel.
Dat raadsel is de onverenigbaarheid van de werken die hij pseudoniem publiceerde en de werken die hij onder eigen naam liet verschijnen. De pseudoniem werken, bijvoorbeeld De ziekte tot de dood, Vrees en beven, Stadia op de levensweg en vooral Of/of waren populair in zijn tijd en kennen esthetische personages en thema’s. De werken die Kierkegaard onder eigen naam publiceerde, waaronder Opbouwende toespraken en Wat de liefde doet zijn christelijk. Het raadsel is dus of Kierkegaard, die vaak werd gezien als een dandy die feestend en wijn drinkend door het leven ging, samenviel met een van de personages uit zijn pseudonieme werken, of dat hij toch de serieuze christen van de opbouwende toespraken was. In Mijn schrijverswerkzaamheid betoogt Kierkegaard dat zijn hele oeuvre van begin tot eind in dienst stond van het Christen-worden.
De waarheid in bedriegen
Als zijn werk van begin tot eind in teken van christen-zijn en christen-worden stond, waarom koos Kierkegaard dan voor het bedrog van de pseudonieme werken? Ook de meeste lezers van en personages uit de pseudonieme werken zouden zichzelf christen noemen, maar zijn dat volgens Kierkegaard niet in de ware zin. Dat zij ervan overtuigd zijn christen te zijn is volgens Kierkegaard een zinsbegoocheling en zinsbegoochelingen laten zich nooit direct, maar alleen indirect opheffen.
Zinsbegoochelingen laten zich alleen indirect opheffen.
Om iemand te overtuigen, moet je hem opzoeken waar hij is.
Om iemand te overtuigen, moet je hem opzoeken waar hij is: “als je heel nauwkeurig de plek kunt bepalen waar de ander zich bevindt, en daar kunt beginnen, dan kun je misschien zo gelukkig zijn hem naar de plek te leiden waar jij bent. Want leraar te zijn, dat is niet hetzelfde als zeggen: zo zit het, evenmin is het huiswerk opgeven e.d., nee: leraar te zijn houdt in de lerende te zijn.”
Met de pseudonieme werken had Kierkegaard precies dat voor ogen. Hij zocht zijn tijdgenoten op, en uit de populariteit van die werken blijkt dat hij daar goed in slaagde. Zo komt Kierkegaard tot het prachtige idee van iemand ‘de waarheid in bedriegen’.
Gedoemd tot reflectie
Hedendaagse lezers hebben nu de keuze of ze zich zonder deze voorkennis onderdompelen in de pseudonieme werken, of dat ze beginnen met de reflecties in Mijn schrijverswerkzaamheid. Moet je deze teksten lezen vóór Kierkegaards andere werken – zodat je van tevoren weet waar je aan toe bent – of juist erna – zodat je weet wat je gelezen hebt?
Wie helemaal onbekend is met de pseudonieme werken van Kierkegaard, zal niet snappen waarom hij zoveel moeite doet om zijn eigen kwalificatie als christelijk auteur te verdedigen. Enige kennis van de pseudonieme werken is dus nodig om Mijn schrijverswerkzaamheid te begrijpen. Daarnaast is het lezen van Mijn schrijverswerkzaamheid vóór andere werken van Kierkegaard te vergelijken met het horen van de clou voordat je het bijbehorende verhaal kent.
Voor wie Kierkegaards werken kent en wil begrijpen is Mijn schrijverswerkzaamheid een zegen, aangezien Kierkegaard onomwonden aangeeft wat het doel van zijn werken was. In dat opzicht is het de sleutel tot zijn oeuvre. Bovendien is het een heel persoonlijke tekst, waarin Kierkegaard zichzelf schetst als kind dat was gezegend met – maar tegelijkertijd ook gedoemd tot – reflectie.
Toch blijft het de vraag of Kierkegaards stelling dat hij altijd al een christelijk auteur was wel standhoudt. Rationaliseert hij niet achteraf? Hoewel de eerste commentatoren van Mijn schrijverswerkzaamheid Kierkegaards reflectieve uitspraken volledig volgden, zijn latere commentatoren zich gaan afvragen of Kierkegaards stelligheid niet met een korreltje zout genomen moet worden. Ook al is Kierkegaards directe toon heel overtuigend, zal de lezer die bekend is met zijn werk altijd op zijn hoede blijven.