DAMIAAN DENYS / DEEP BRAIN STIMULATION
Middel tot gelukkiger leven?
iFilosofie #6
Interview en tekst: Marit Pepplinkhuizen
Een pacemaker voor het brein
Deep Brain Stimulation of dbs begon als behandeling bij bewegingsstoornissen zoals de ziekte van Parkinson. Deze behandelingsmethode had echter als bijwerking dat het gedrag en de cognitie van de patiënten veranderden. Hierna werd dbs toegepast op patiënten met psychische stoornissen. Patiënten komen tegenwoordig alleen in aanmerking als alle klassieke behandelmethoden niet aanslaan. Dbs is immers een operatieve behandeling waarbij een neurostimulator (een soort pacemaker) geïmplanteerd wordt, die elektrische impulsen naar specifieke delen in de hersenen stuurt. Sinds kort is dbs opgenomen in het basispakket voor behandeling van patiënten met een dwangstoornis.
Knutselen aan persoonlijkheid?
Iemand die voor de dbs-behandeling honderd keer per dag zijn handen waste, doet dat na de behandeling niet meer en kan weer een ‘normaal’ leven leiden. Maar is alleen het ziektebeeld veranderd of is de persoon zelf ook veranderd? Denys vindt van niet. Voor hem staat als een paal boven water dat ernstig zieke mensen worden genezen met dbs. Hij vult aan: “In het geval van psychiatrische aandoeningen zijn identiteit en gezond/ziek onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als je namelijk het ziektebeeld verandert, dan verandert de identiteit mee. Je wijzigt niet rechtstreeks een persoonlijkheid; de persoon verandert omdat het ziektebeeld verandert.”
De mens heeft geen recht op geluk
Wat als een patiënt na behandeling met dbs niet van zijn of haar dwanghandelingen is genezen, maar zich wel weer gelukkig voelt? Een dergelijke casus deed zich voor in de praktijk van Denys. Hij heeft er in dit geval voor gekozen om de stimulatie uit te zetten. Opmerkelijk, aangezien geen enkele psycholoog cognitieve gedragstherapie zou willen terugdraaien als de patiënt dankzij die gedragstherapie weliswaar niet genezen is van de dwanghandelingen, maar zich wel gelukkiger voelt. Denys rechtvaardigt zijn besluit als volgt: “Er is in onze samenleving te veel een appel om gelukkig te worden. We denken dat we het ‘recht’ hebben om gelukkig te zijn en zien psychiaters en psychologen als een middel daartoe. We hebben echter geen recht op geluk en als arts heb ik alleen de verantwoordelijkheid zieken te genezen.”
Op de stoel van God
Volgens Denys mag een medische behandeling nooit als doel hebben de patiënt gelukkiger te maken. De arts neemt dan namelijk de plek in van God. Denys: “Ik snap zelf het leven niet, dus in welke richting zou ik moeten verbeteren?” Als je mensen de vraag stelt waarom ze meer zouden willen onthouden of waarom ze beter willen kunnen dansen, dan hebben ze daar geen goed antwoord op behalve dat het ze prettiger lijkt. Voor Denys geldt juist dat tekortkomingen een essentiële rol hebben in ons bestaan. Wat mensen typeert is dat ze lijden. Dat is de motor van onze creativiteit. Daarom zouden we nooit mogen proberen mensen te verbeteren.
Zijn wij ons brein?
Maar soms lijken patiënten na een ingreep in hun hersenen, zoals dbs, gelukkiger dan daarvoor en lijkt hun persoonlijkheid veranderd. Volgens Denys zijn wij echter niet ons brein: “Die theorie is aantrekkelijk vanwege haar eenvoud en omdat het ons ontslaat van onze verantwoordelijkheid. Daar hebben we in onze maatschappij sowieso veel last van. We proberen steeds onze verantwoordelijkheid af te wentelen op iets buiten onszelf. Vroeger was dat God, en nu ons brein.” Als een patiënt een elektrode in het brein heeft laten plaatsen, blijft deze patiënt zelf verantwoordelijk voor zijn of haar handelingen: “Om het brein heen zit namelijk een persoon, het brein staat niet los van je lichaam.”
Volgens Denys zijn er veel ervaringen die voorbij het brein gaan, bijvoorbeeld een esthetische ervaring. Er gebeurt dan vast wel iets in het brein, zo legt Denys uit, maar de ervaring is niet terug te voeren op wat er in het brein gebeurt. Ook verliefdheid en ons rechtvaardigheidsgevoel vormen ervaringen die rijker zijn dan wat we nu met behulp van de wetenschap kunnen beschrijven in termen van neurotransmitters en cellen. Misschien zijn we dus wel ons brein, maar niet zoals we dat brein nu kennen. Zoals het heelal ook veel groter is dan we met onze huidige kennis kunnen bevatten.
De zin van het leven
Denys onderzoekt de werking van de hersenen om antwoord te krijgen op de vraag hoe mensen zin aan hun leven geven. Dat betekent niet hetzelfde als zeggen dat wij ons brein zijn. Hij bestudeert via de hersenen de gevallen waarin mensen niet slagen in zingeving: “Uit de pathologie kunnen we leren wat wel goed en normaal kan zijn, analoog met een schaakmeester die zegt dat hij uit één verloren partij meer leert dan uit tien gewonnen partijen.”
Bekijk of download hier de podcast (item 15) van het interview.