Bureaucratie allesbehalve saai
Wie kent hem niet: de reclame met de paarse krokodil die vol in het zicht staat, maar waar nog allerlei formulieren voor nodig zijn om hem daadwerkelijk te bemachtigen. Frustrerend! Overdreven bureaucratische regelzucht. Toch betoogt hoogleraar wijsbegeerte René ten Bos dat bureaucratie meer is dan dat. Bureaucratie is volgens hem allesbehalve saai. Met zijn boek Bureaucratie is een inktvis won Ten Bos dit jaar de Socratesbeker voor het meest urgente, oorspronkelijke en prikkelende Nederlandstalige filosofieboek.
Tekst & video: Anne Schaap
De paarse krokodil frustreert ons allemaal. Toch hebben we er zelf voor gezorgd dat bureaucratie overal is. Volgens Ten Bos zijn we zelfs allemaal bureaucraten geworden. We zijn verstrikt geraakt in het web van de door onszelf gecreëerde bureaucratische wereld. De daarbij horende werkzaamheden zijn niet fijn, maar wel noodzakelijk. Die noodzaak staat nauwelijks ter discussie en toch roepen we voortdurend dat we er minder van willen. Ten Bos bestempelt bureaucratie ook wel als gif en medicijn in één.
‘Waar macht is, is inkt. En waar inkt is, is macht.’
Volgens Ten Bos is bureaucratie dan ook een verre van saai fenomeen. Het is juist fascinerend en vraagt om een grondige analyse. Hij maakt de vergelijking met een inktvis, omdat beide zich nauwelijks laten zien, gebruik maken van camouflagetechnieken en beschikken over verspreide intelligentie. Zowel de inktvis als de bureaucratie kent namelijk niet één centraal brein. De tentakels van sommige inktvissen schijnen breinachtige elementen te bezitten.
Protocollen en afvinklijstjes
Bureaucratie is ‘de eenheid die de veelheid in goede banen leidt,’ stelt Ten Bos. De bureaucraat lost dingen op, stuurt aan en regelt zaken. Een onmisbare functie in een samenleving. Hij dient de publieke zaak. Wel is de aangedragen oplossing er vaak al voordat een probleem zich voordoet. Via protocollen en afvinklijstjes is dit type mens bezeten door orde, zo schetst Ten Bos. Orde, controle en stabiliteit zijn dan ook centrale begrippen in een bureaucratie. Het is deze hang naar zekerheid waardoor de bureaucratie bloeit en groeit.
Filosoof Bruno Latour stelde dat dingen macht kunnen uitoefenen op mensen. Het wapen van de bureaucraat – de inkt – is daar een goed voorbeeld van. Ten Bos opent zijn boek dan ook met de zinnen: ‘Waar macht is, is inkt. En waar inkt is, is macht.’ Zodra iets zwart op wit staat, kunnen we er niet meer omheen. Je krijgt de paarse krokodil pas mee naar huis nadat je de bureaucraat blij maakt met verse inkt op zijn formulier. Inkt zorgt, zo stelt Ten Bos, voor de vergemakkelijking van de onderwerping: ‘Mevrouw, er staat hier dat u dat niet mag doen’. De autoriteit is de inkt. Negeren is geen optie.
Mythe van efficiëntie
Zo probeert de bureaucraat grip te krijgen op een organisatie, een huishouden of zelfs de hele maatschappij. Met als resultaat de vele formulieren, regeltjes, formats en notulen: ‘het is even noodzakelijk om ze te produceren,’ stelt Ten Bos derhalve, ‘als dat het noodzakelijk is ze irrelevant te maken.’ En dat allemaal onder het mom van de efficiëntie. Efficiëntie is volgens Ten Bos echter niet de bepalende gedachte achter een bureaucratie. Dat is slechts een mythe. In een systeem dat zo groot is geworden dat niemand het geheel overziet is efficiëntie helemaal niet mogelijk.
Hyperobject
Ten Bos typeert bureaucratie dan ook als een hyperobject: iets dat zo groot is dat we er allemaal in verzuipen. Het is het water waarin we zwemmen. Je kan het niet van een afstandje waarnemen, je bevindt je in het object. Net als bij het kapitalisme of bij de opwarming van de aarde. Juist doordat het zo groot en veelomvattend is, kunnen we ons er niet makkelijk toe verhouden, legt Ten Bos helder uit. Zo veel perspectieven op het object zijn mogelijk, dat de verleiding groot is het zelfs volledig te negeren. Paradoxaal is dat wel. We willen minder bureaucratie, maar hebben zelf een systeem van controle ontwikkeld dat zo omvattend is dat we de grip erop verloren zijn.
Het systeem is onzichtbaar, totdat het zich onverwacht aan je opdringt. Het overvalt je ineens na verblijf in een niet-Westers land of wanneer je een situatie enigszins naar je hand probeert te zetten. Probeer bij een nieuwbouwproject maar eens af te wijken van de norm. Wanneer je die ene muur toch niet wilt is de kans groot dat hij eerst wordt geplaatst om vervolgens door jouzelf weer afgebroken te worden. Allemaal onder het mom van efficiëntie.
Camouflage
Ten Bos verklaart dit soort fenomenen door het conformisme dat in een bureaucratie van groot belang is. Middelmaat is volgens hem zelfs datgene wat een samenleving als geheel nodig heeft. Middelmaat gedijt goed. Je hebt er geen last van. Uitschieters – of ze nou naar boven of naar beneden zijn – zorgen voor onrust en onstabiliteit. Middelmaat valt niet op. Precies dat is wat bureaucratie bewerkstelligt. Een samenleving die functioneert, zonder opmerkelijke pieken of dalen. De middelmatige mens – de bureaucraat – doet gewoon zijn werk.
De bureaucraat is een mengwezen dat zich tussen persoon en functie in bevindt.
Bij ‘gewoon je werk doen’ hoort als bureaucraat de anonimiteit. Of jij of een collega een stuk schrijft moet niet uitmaken. Persoonlijke visies en stijlen behoren onzichtbaar te blijven. Net als de inktvis die prima overleeft wanneer hij een tentakel verliest, is ook de bureaucratie nooit afhankelijk van een individu. Een ander exemplaar kan het werk gewoon overnemen. Het woord ‘exemplaar’ klinkt misschien wat onpersoonlijk of zelfs onmenselijk, maar dat is ook precies hoe Ten Bos de bureaucraat omschrijft. Bureaucratie is volgens hem een overgangszone waarin de menselijkheid op het spel staat. De bureaucraat zelf is een mengwezen dat zich ‘tussen persoon en functie, tussen mens en machine of tussen doel-in-zichzelf en middel (resource) in bevindt’. Hij moet zichzelf weg kunnen cijferen; dan en slechts dan als het werk goed wordt gedaan, is hij onzichtbaar en vervangbaar. Camouflage is zijn tweede natuur.
Weigeren
De hedendaagse roep om authenticiteit en persoonlijk leiderschap bestempelt Ten Bos als een ‘immuniteitszwakte van het democratische systeem’. Met de weigerambtenaar als goed voorbeeld. Wanneer persoonlijke voorkeuren te sterk afwijken van wat de functie van je verlangt, wordt dat als ‘weigeren’ opgevat. Een werkelijk bureaucraat doet wat hij moet doen en niet wat hij wil doen. Het zijn regelvolgers die stellen geen invloed op het beleid te hebben. Het gaat immers om procedure, niet om visie. Het uitvoeren van de functie vraagt om een niet-aanwezige persoonlijkheid, of een die sterk overeenkomt met het heersende beleid. De bureaucraat dient de regels te volgen. Dat wat zwart op wit staat. In inkt geschreven.
Ook de hulp die een bureaucraat soms biedt – om formulier W met format X in te vullen en daarmee formulier Y te vermijden om toe te komen aan het in gang zetten van procedure Z – is hulp waarvan onduidelijk blijft of je er werkelijk iets aan hebt. Ten Bos spreekt in dit verband over mensen die ‘lijnen’ produceren die niets betekenen en blijven praten over die lijnen die niets beteken. Zo hebben we volgens hem een wereld gecreëerd die ‘één grote komedie is waarin iedereen elkaar voor de gek probeert te houden’.
Juryrapport
Het moge duidelijk zijn: Ten Bos levert in zijn boek Bureaucratie is een inktvis enigszins verontrustende, maar rake typeringen. De jury van de Socratesprijs looft hem terecht om zijn analyses: ‘Als een beest gaat de auteur de thematiek van het boek te lijf. [..] Prachtige, welbespraakte en gedegen analyses gaan hand in hand met verontrusting over de minder fraaie kanten van onze maatschappij en cultuur.’ En inderdaad, zijn humoristische en nuchtere toon gaan prima samen met zijn maatschappijkritische blik. Ten Bos schudt moeiteloos de ene na de andere sterke filosofische bron uit zijn mouw en brengt zo een unieke combinatie van lichtvoetigheid en diepgaande analyse. Meermalen las ik met een grijns op mijn gezicht zijn parodiërende passages. Zo bewijst Ten Bos met zijn boek dat bureaucratie inderdaad allesbehalve saai is.
René ten Bos, Bureaucratie is een inktvis. Boom, 2015