(Be)rusten in rusteloosheid
Zelfontplooiing is het hedendaagse sleutelwoord voor een zinvol leven. Zowel in werk als vrije tijd zijn we er druk mee bezig. Te druk, want oververmoeidheid speelt ons parten en niets doen lukt niet. Reden voor Ignaas Devisch om het spanningsveld tussen rusteloosheid en verveling te onderzoeken. In Rusteloosheid. Pleidooi voor een mateloos leven concludeert hij dat dit eeuwenoude dilemma onoplosbaar is omdat verlangen naar een beter leven de mens voortdrijft. Deze passie maakt rusteloos én creatief, beide nodig voor een zinvol beleefd leven.
Tekst: de redactie
Sinds de vroegmoderne samenleving hunkert de mens naar rijkdom en vooruitgang. Die hunkering veroorzaakt rusteloosheid én verlangen naar rust, twee keerzijden van dezelfde medaille. Volgens Ignaas Devisch, hoogleraar ethiek en (medische) filosofie, is ons onvermogen om niets te doen terwijl we tegelijkertijd klagen over drukte en oververmoeidheid debet aan rusteloosheid. Waarom slagen we er niet in niets te doen? Ontevredenheid met het leven is een belangrijke oorzaak. Gedreven door passie, creativiteit en verlangen leiden we een mateloos leven met oververmoeidheid als gevolg. We willen ons ontwikkelen, belangrijk zijn en kunnen daardoor niet stilzitten. Maar Devisch vraagt zich af of rusteloosheid problematisch is of juist leidt tot een interessant en creatief leven.
Versnelling, secularisatie en individualisering
Een verklaring voor onze worsteling met zowel de drang naar voren als met oververmoeidheid vindt Devisch in secularisatie, versnelling en individualisering. Terwijl vroeger Kerk en Bijbel houvast boden en we als godvruchtige mensen leefden met uitzicht op een hemels hiernamaals, zijn we na het verlies van dit geloof aangewezen op onszelf bij het geven van betekenis aan ons leven. In het besef van onze sterfelijkheid en beperkte levenstijd willen we alles uit dit ene leven halen. Elke keuze impliceert echter talloze niet-gemaakte keuzes en dat brengt rusteloosheid voort. We proberen het leven onder controle te krijgen en de dood uit te stellen.
Dit veroorzaakt een versnelling van ons levenstempo, omdat we meer activiteiten in minder tijd ondernemen, minder slapen om meer te kunnen doen in een dag en meer dingen tegelijkertijd doen. Bovendien maken de ontwikkelingen in de techniek steeds snellere processen mogelijk en zijn we altijd bereikbaar. Dit compacter organiseren van ons leven en het multitasken leidt tot fragmentatie en flexibiliteit.
In de moderne tijd van zelfbeschikking staat het individu centraal: persoonlijke verdienste bepaalt iemands identiteit. Daardoor is zelfontplooiing een dagelijkse bezigheid die ook voortduurt in de vrije tijd. Omdat het leven altijd beter, mooier, grootser kan, bereiken we ons doel nooit. Het versnellingsproces en de individualisering met al zijn keuzemogelijkheden en vrijheden veroorzaken onrust.
Rusteloosheid, passie en creativiteit
Pogingen om ons te ontdoen van onze rusteloosheid mislukken: maatschappijcritici proberen de omstandigheden te veranderen; liberalen willen het individu toerusten om betere keuzes te maken zodat hij meer controle heeft over zijn leven; en volgens Schopenhauer bereiken we pas rust als we uit het leven stappen. Devisch zoekt een andere oplossing en vraagt zich af of we de drukte werkelijk willen opgeven om een rustig leven te hebben. We ervaren versnelling en bewegelijkheid volgens Devisch geregeld als iets positiefs. We moeten dus een verhouding zien te vinden met onze rusteloosheid, zonder haar te willen laten verdwijnen.
In de moderne wereld waar afleiding voortdurend op de loer ligt, is concentratie een gevecht met jezelf, met je verlangens en wensen
Belangrijker dan het onderscheid tussen werk en vrije tijd is volgens Devisch het onderscheid tussen zinloosheid en zinvolheid. Beweeglijkheid en rusteloosheid leiden tot mateloosheid, de drijfveer tot een zinvol, interessant en creatief leven. Zolang activiteiten zin geven is drukte geen probleem omdat je voelt dat je leeft. Rusteloosheid is pas een probleem als de kloof tussen benutte en te benutten opties te groot is. Dan ontstaat fragmentatie doordat je overal wilt zijn, waardoor je uiteindelijk nergens echt bent. Een evenwicht vinden is moeilijk. Zonder verlangen is het leven dor en met verlangen neigen we ernaar meer te doen dan we aankunnen. Desondanks concludeert Devisch dat we blij moeten zijn met onze passie en hij sluit af met een gedachte van Pascal: ‘We willen vooruit en vinden voldoening in de jacht, niet in de prooi.’ Rusteloosheid is pas een probleem als de kloof tussen benutte en te benutten opties te groot is.
Concentratie
De rijkdom aan culturele invalshoeken en interessante uitstapjes maken Devisch’ betoog veelzijdig. Hij zet opvattingen, analyses en kunstuitingen van verschillende filosofen, historici en kunstenaars over verveling en rusteloosheid vanaf de veertiende eeuw naast elkaar en haalt ze chronologisch regelmatig door elkaar. De verschillen blijken klein, waardoor er veel herhalingen voorkomen.
Definities van de concepten die Devisch hanteert zijn niet altijd helder, wat het lezen van het boek een zwalkende ervaring maakt. Verlangen speelt bijvoorbeeld een belangrijke rol bij rusteloosheid. Maar het verlangen om op verschillende plaatsen tegelijkertijd te zijn of verschillende activiteiten tegelijkertijd te doen, is iets anders dan het verlangen om iets diepgaand te ervaren of ergens volledig in op te gaan. Dit laatste vereist concentratie en die verhoudt zich juist slecht tot rusteloosheid.
Devisch constateert dat passie het leven in gang houdt. Gepassioneerd leven veronderstelt eveneens geconcentreerde aandacht. In de moderne wereld waar afleiding voortdurend op de loer ligt, is concentratie een gevecht met jezelf, met je verlangens en wensen. Het is bijvoorbeeld lastig om je terug te trekken van het internet, vanwege bereikbaarheidseisen en eisen om jezelf te profileren. Bovendien krijgen we, al dan niet impliciet, voortdurend het idee dat we veel missen wat we behoeven voor een zinvol leven en geeft het web ons tegelijkertijd de illusie dat we daar direct iets aan kunnen doen. Met een druk op de knop heb je immers een uitdagende en veelbelovende vakantie, een nieuwe partner, een tweede huis en alle spullen waarvan je elke dag verneemt ze nodig te hebben om zogenaamd jezelf te zijn en gelukkig te worden.
Het is opmerkelijk dat Devisch rusteloosheid niet afzet tegen de concentratie die nodig is om diepgaande ervaringen op te doen, los van alle krachten die ons in een consumerende houding duwen. Het blijft bovendien de vraag wat Devisch precies verstaat onder een interessant leven.
Ignaas Devisch, Rusteloosheid: Pleidooi voor een mateloos leven. De Bezige Bij, 2016.