BERT KEIZER / TUMULT BIJ DE UITGANG
Interview met Bert Keizer
iFilosofie #7
Tekst: Hermien Lankhorst
Terwijl hij er zelf smakelijk over kan vertellen vindt Bert Keizer dat we de dood niet moeten proberen ‘op te leuken’. Dat gebeurt de laatste tijd te veel, volgens hem, met uitvaarten waar vooral iemands leven wordt gevierd, in plaats van dat er bij zijn dood wordt stilgestaan. “Je kunt natuurlijk niet elke dag opstaan met het idee van “Waar op Zorgvlied wil ik nou precies liggen?”. Dat is verschrikkelijk, dat is dodend. En even stom is het, vind ik, om te doen alsof dat niet aan de orde is, want er moet gestorven worden.” Zijn nieuwste werk Tumult bij de uitgang staat dan ook vol overpeinzingen over sterven en de dood.
Bert Keizer is filosoof en verpleeghuisarts. In die laatste rol is de dood altijd in een of andere vorm aanwezig, soms stampvoetend in de kamer, soms op de loer liggend, net om de hoek, maar altijd onontkoombaar. Die wetenschap is nog niet zo gemakkelijk om te zetten in handelen; ook niet, of misschien juist niet voor een arts: “Ik heb in mijn werk geleerd om, als iemand boven aan de lijst staat om te sterven, dat ook op tafel te leggen en daar gewoon over te praten. Dat vond ik wel moeilijk in het begin.”
In de medische studie was en is eigenlijk weinig aandacht voor de dood en al helemaal niet voor hoe een arts daar op een andere dan een puur wetenschappelijke manier mee om zou kunnen gaan. Keizer vertelt dat hij niet van artsen maar van verpleegkundigen leerde hoe hij zich moest gedragen in een sterfkamer. In een verpleeghuis moet je wel aandacht geven aan de mensen zelf, zoals ze daar liggen of zitten, “want daar heb je nauwelijks uitvluchten naar de biochemie”. In het moderne ziekenhuis ligt dat anders, want dat is een ‘biochemische tempel’. Daar gaat het alleen om de wetenschappelijke analyse van gebeurtenissen.
Maar die analyserende aandacht voor wat er gebeurt in het lichaam kan op een gegeven moment hinderlijk en zelfs schadelijk worden wanneer de arts vergeet dat er toch gestorven moet worden. Volgens Keizer moeten dokters daarom leren om, wanneer het einde nabij is, hun focus op wat er in het lichaam gebeurt even te laten voor wat het is en “de patiënt in de ogen te kijken, niet in zijn verrekte organen”.
Tumult bij de uitgang staat vol met dit soort bespiegelingen. Anders dan je misschien met zo’n onderwerp zou verwachten zijn de verhalen niet deprimerend. Eerder bitterzoet en smakend naar meer.